Tussen Adam en mij is er een groot verschil. ‘Dat kun je wel zeggen,’ hoor ik al iemand reageren. Maar wacht even. Dat verschil is er niet alleen tussen hem en mij, maar tussen hem en ieder die zijn hoop op Jezus heeft gevestigd. Waarover heb ik het nu?

Over iets waarover Paulus schrijft aan de christenen van de stad Tessalonica (1). Hij legt hun namelijk uit wat Gods plan met hen is. Dat plan is: redding, behouden zijn. Maar wat houdt dat in?

Wanneer een drenkeling uit het water is gehaald en bibberend op de kant staat, is hij wel gered van verdrinking, maar nog niet ‘behouden’. Hij heeft snel warmte nodig, een warme jas om zich heen, dan een warme douche, droge kleren, een warme kachel, warme chocolademelk om weer bij te komen, en een warme thuiskomst. Dan is hij ‘behouden’.

Losgemaakt van Adam

Zo moet ook ik niet alleen gered worden van mijn zonden en van het oordeel. Ik heb ook de warmte nodig van Gods liefde, herstel en rehabilitatie. En ik moet de plaats bereiken waar ik thuis hoor: het huis van mijn Vader. Dan ben ik pas echt behouden!

Vandaag bén ik dus al behouden, maar wórd ook behouden. Daarmee is God bezig. Door het heiligende werk van zijn Geest (*). Die doet dat, nadat ik ‘uit het water ben gehaald.’

In geloof geef ik mij daartoe aan Hem over. In geloof in de waarheid, noemt Paulus dat (1). Dat is: in geloof in Jezus en in alles wat Hij heeft volbracht. Door dat geloof ben ik losgemaakt van Adam en verbonden aan Jezus en heb ik eeuwig leven (2). En nu kom ik bij Adam.

Mede-overwinnaar

De heerlijkheid van Adam was: beeld van God zijn. En als beeld van God zou hij Gods woorden geloven en gehoorzamen. Zo zou hij het kwade overwinnen en bevestigd worden in dat beeld van God zijn. Maar hij faalde en stierf. Hij verloor het beeld van God zijn.

Ook mij heeft God heerlijkheid gegeven. Mijn heerlijkheid is: het beeld van Jezus weerspiegelen. Door geloof in Hem verandert God mij naar dat beeld (3). Dat zal volmaakt blijken, wanneer Hij terugkomt in zijn glorie (4).

Want Hij is de laatste Adam (5), die wél het kwade overwon. Hij is volmaakt beeld van God en de eeuwig levende (6). En mijn geloof in Hem maakt mij tot mede-overwinnaar (7), die mag delen in zijn heerlijkheid (8). Ziedaar het verschil tussen Adam en mij!

Uit de Bijbel: 

(1) 2 Tessalonicenzen 2:13-14.
Maar wij behoren God te allen tijde om jullie te danken, door de Heer geliefde broeders, dat God jullie ... heeft uitverkoren om behouden te zijn, in heiliging door de Geest en geloof in de waarheid.... tot het verkrijgen van de heerlijkheid van onze heer Jezus Christus.

(*) Zie ‘Jagen naar het doel‘.

(2) Lucas 22:20.
... Deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed, ...
    1 Korintiërs 15:22.
Want evenals in Adam allen sterven (= zoals allen die van Adam afstammen, sterven - AvdS), zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden (= zo zullen ook allen die in Christus geloven, opstaan uit de doden - AvdS) .

(3) 2 Korintiërs 3:18.
En wij allen, die met een aangezicht, waarop geen bedekking meer is, de heerlijkheid van de Heer weerspiegelen, veranderen naar hetzelfde beeld van heerlijkheid tot heerlijkheid, ...

(4) 1 Johannes 3:2.
... wij weten, dat, als Hij zal geopenbaard zijn (= wanneer Hij is teruggekomen - AvdS) wij Hem gelijk zullen wezen; ...

(5) 1 Korintiërs 15:45.
... de eerste mens, Adam, werd een levende ziel; de laatste Adam een levendmakende geest.

(6) Openbaring 1:17-18.
... en Hij legde zijn rechterhand op mij en zei: Wees niet bevreesd, Ik ben de eerste en de laatste, en de levende, ...

(7) 1 Johannes 5:4-5.
... en dit is de overwinning, die de wereld overwonnen heeft: ons geloof.

(8) Kolossenzen 3:4.
Wanneer Christus verschijnt, die ons leven is, zult ook gij met Hem verschijnen in heerlijkheid.