Het ging er al eerder over bij (Ant)Woord. Over dat moeilijke woord ‘heiliging’. Dat woord dat toch zo’n geweldige openbaring is van wat God aan mij doet, en van zijn doel daarmee. Ik vergeet dan maar dat gezegd wordt dat het betekent: ‘Apart gezet worden’. Want dat is een te weinig zeggende en een wat negatieve ‘vertaling’.

Want heiliging heeft een uiterst positieve betekenis. Een - inhoudelijk gezien - heel rijke en diepe betekenis. Heiliging is iets krachtigs. Heiliging verbindt je namelijk met de heerlijkheid van het Koninkrijk van God. Heiliging plaatst je in het volle licht van Gods genade over je leven. Heiliging is iets wat God aan je doet (1).

Hij zál dat doen!

Heiliging is: temidden van alle omstandigheden, temidden van alle strijd en midden in het dagelijkse leven klaargemaakt worden voor - helemaal afgestemd raken op - het ene doel: het bereiken van een leven met God, het kennen en volgen van Jezus, het daarom mogen opstaan uit de doden en het ontvangen van de volmaaktheid die God voor je heeft bestemd (2).

Dat werk van heiliging kan ik niet zelf doen. God is het, die je heiligt door de kracht van zijn Geest (3). Maar dan wil ik ook niet toelaten dat dingen die ik doe of meemaak, mij afleiden van dat doel. Ik bid dat ze juist zullen meewerken aan het bereiken ervan (4). Ja, ik jaag naar het bereiken van dat doel (2). Alleen, hoe doe ik dat, ernaar jagen?

Door alles wat mij ten dienste staat: zo nodig zonde belijden, mij dagelijks aan Jezus overgeven, God danken voor zijn liefde en overwinning in mij, blijven vertrouwen op zijn kracht en genade en mijzelf niet veroordelen. En ook door te bidden dat Hij dit werk van heiliging in mij blijft voortzetten. Ik weet: Hij zál dat doen! (1)

De prijs

Ook ten opzichte van alles wat in de loop van mijn leven in mijn innerlijk misschien is kromgetrokken of verwond of uit z’n evenwicht is geraakt. Dingen waarin ik zijn genezende aanraking nodig heb en de ontmanteling van de negatieve kracht ervan - de genezing van mijn denken en gevoelsleven (5). Want ook dát behoort tot de heiliging.

Nu al heeft die twee dingen tot gevolg. Het leren kennen van de volle vreugde van het kind-van-God-zijn. En zekerheid over de prijs die mij wacht: straks door Hem geroepen te worden (6), om op te staan uit de doden en deel te krijgen aan Jezus’ heerlijkheid.

                       Lees ook: ‘God zál het doen!‘
                             en ‘De prijs‘. 
 

Uit de Bijbel: 

(1) 1 Tessalonicenzen 5:23-24.
En Hij, de God van de vrede, heilige jullie geheel en al, ... Die jullie roept, is getrouw; Hij zal het ook doen.

(2) Filippenzen 3:10-12a.
... om Hem te kennen en de kracht van zijn opstanding en de gemeenschap aan zijn lijden, of ik ... zou mogen komen tot de opstanding uit de doden. Niet, dat ik het reeds zou verkregen hebben of reeds volmaakt zou zijn, maar ik jaag ernaar, ...

(3) 2 Tessalonicenzen 2:13.
Maar wij behoren God te allen tijde om jullie te danken, ..., dat God jullie als eerstelingen voor Zichzelf heeft uitgekozen om behouden te worden, in heiliging door de Geest en geloof in de waarheid.

(4) Romeinen 8:28.
Wij weten nu, dat [God] alle dingen doet meewerken ten goede voor hen, die God liefhebben, ...

(5) Hebreeën 12:12-13.
Heft dan de slappe handen op en strekt de knikkende knieën, en maakt een recht spoor met uw voeten, opdat hetgeen kreupel is, niet uit het lid zal geraken, doch veeleer zal genezen.
    Jesaja 57:18.
Zijn wegen heb Ik gezien, doch Ik zal het genezen, het leiden, en het weer vertroosting schenken, namelijk aan de treurenden ervan.

(6) Filippenzen 3:14.
... één ding (doe ik): vergetende hetgeen achter mij ligt en mij uitstrekkende naar hetgeen vóór mij ligt, jaag ik naar het doel, om de prijs van de roeping door God, ...