Al ga ik door een dal... Wat is er erger dan je door God verlaten te voelen? Dit: door God werkelijk verlaten te zíjn! Zoals Jezus! Hij ging door dat verschrikkelijke, allerdiepste dal van de eeuwige verlatenheid. Om ons te behouden, te redden. En nu schrijft David: Zelfs al ga ik door een dal van diepe duisternis, ... (1). Hij kende dat gevoel van door God verlaten te zijn.
Hij kende dat zó echt, dat hij de woorden schreef, die later bleken een profetie over het lijden van Jezus aan het kruis te zijn. Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten? riep Jezus in de hoogste nood van het echt door-God-verlaten zijn (2). Dat moet verschrikkelijk zijn geweest!
In Psalm 23 beschrijft David zijn eigen gevoelens in een duister dal in zijn leven. We herkennen zijn woorden en kunnen er soms van meepraten. Maar kunnen we ook met hem meezeggen: ‘Al ga ik door zo’n dal, ... ik vrees geen kwaad’? (1) En daar komt nu dat hele verhaal van dat schaap in dat dal te voorschijn.
De rechte sporen van het leven uit Hem
Het is op weg onder leiding van de Herder. Die heeft een plan. Hij kent een weide die zo mooi is! Overgoten door de zon en beregend door verfrissende regens, groeit daar het meest malse gras ter wereld. Daar brengt Hij zijn kudde heen. Helaas kun je er alleen komen door een verraderlijk dal heen!
Een dal met de scherpe dorens van omstandigheden die je de weg versperren. Met moerassige plekken van verleiding, waarin je kunt wegzakken. Met plaatsen waar slangen - machten van de satan - je willen bijten met hun gif van misleiding en leugen. En waar de verscheurende kracht van mensenmeningen, -daden en -oordelen zich laten gelden.
‘Maar,’ zegt David, ‘... ik vrees geen kwaad. Want de Herder is er. Met zijn stok en zijn staf (1).
Zijn stok - die knuppel van de onnoemelijke kracht van zijn kruis, waarmee Hij de schapen te hulp komt en beschermt. En zijn staf - de staf van de Heilige Geest, door Wie Hij zijn schapen leidt (3). Door die twee maakt Hij die gevaarlijke paden in dat dal tot de ‘rechte sporen’ (4) van het leven uit Hem.
Omwille van zijn naam
Zo ga je als ‘schaap’ ervaren hoe kostbaar je bent voor Hem. Je groeit toe naar de persoon die je voor Hem bent. En je raakt dieper met Hem verbonden (5). Dat maakt dat je nog meer tot Hem gaat roepen en verlangen om dichtbij Jezus te zijn.
Omwille van zijn naam (4) laat God ons die weg gaan. Omwille van die naam ‘Jezus’ - ‘God is redding’ (6) - bereiken we ook die ‘grazige weide’, de rijk voorziene tafel van de leven-gevende gemeenschap met de Goede Herder (7). Niemand kan dat stoppen! Die tafel - hij staat al voor je klaar!
Zelfs al ga ik door een dal...
Print hier uit ...
|
Uit de Bijbel:
(1) Psalm 23:4.
Zelfs al ga ik door een dal van diepe duisternis, ik vrees geen kwaad, want U bent bij mij; uw stok en uw staf, die vertroosten mij.
(2) Psalm 22:2a.
Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten?
Matteüs 27:46.
Omstreeks het negende uur riep Jezus met luide stem...: Eli, Eli, lama sabachthani? Dat is: Mijn God, mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?
(3) Johannes 16:13-14.
... wanneer Hij komt, de Geest van de waarheid, zal Hij jullie de weg wijzen naar de volle waarheid; want Hij zal niet uit Zichzelf spreken, maar al wat Hij hoort, zal Hij spreken ... Hij zal het uit het mijne nemen en het jullie verkondigen.
(4) Psalm 23:3.
... Hij leidt mij in de rechte sporen omwille van zijn naam.
(5) 1 Johannes 1:3b.
En ónze gemeenschap is met de Vader en met zijn Zoon Jezus Christus.
(6) Matthéüs 1:21.
Zij zal een zoon baren en je zult Hem de naam Jezus geven. Want Hij is het, die zijn volk zal redden van hun zonden.
(7) Johannes 10:11.
Ik ben de goede herder. De goede herder zet zijn leven in voor zijn schapen.
|