Even terug naar het begin. Weet je nog waarom wij er zijn? Voor Hem! Hij wilde ons! Hij wilde zich omringd zien door gelukkige, sterke, door Hem geliefde kinderen, ‘zonen’ (vrouwen en mannen), die zijn stem en zijn hart kenden en Hem liefhadden. In wie Hij zichzelf zou herkennen en over wie Hij zich zou verheugen. En die samen met Hem en onder zijn leiding zijn prachtige wereld zouden gaan beheren (1). Dat was het plan en... dat is het nóg!
Wat God voor ogen staat, is een mens, een mensheid, die, in eenheid met Hem, leeft in een volmaakte gemeenschap van liefde, eenheid en vreugde. Die Gods wereld daarmee vult. Dit was zijn verlangen al ‘in den beginne’. Daarom zal die wereld er komen! En het zal ónze nieuwe wereld zijn. Omdat Jezus daartoe voor ons zijn volmaakte offer heeft gebracht.
De weg daarheen gaat misschien gepaard met horten en stoten. Maar wie zich door Hem láát klaarmaken daarvoor - ‘heiligen’ heet dat - die volmaakt Hij daartoe (2). Die wordt daartoe gereinigd, geheeld en volmaakt.
Dat is een ingreep!
Alleen... nu is er vaak nog veel stuk aan ons. Of kan er een verandering bij ons nodig zijn. Moeten we misschien zelfs nog opnieuw geboren worden! (3) Want daarmee begint het allemaal. Voor iedereen!
Want hoe godsdienstig we ook zijn, waar we ook vandaan komen of wie onze ouders ook zijn geweest, die nieuwe wereld wordt pas onze wereld, wanneer de mens die we van nature zijn, onze ‘oude mens’, er niet meer ís, mee-gekruisigd is met Jezus. En we, zegt Paulus, ‘met Hem mee-begraven zijn in zijn dood’, om in ‘nieuwheid van leven’ met Hem te wandelen (4). Dat is een ingreep!
‘Met Hem gestorven’ - met Jezus mee-gestorven - zijn, dat kan alleen door een keuze. Dat is: niet meer je eigen leven willen leven, maar Hem aanvaarden als je Heer en God en Hem volgen. En ‘met Hem begraven’ - met Hem mee-begraven - zijn, dat is: gehoorzaam geworden aan God, aan zijn Woord: ‘Laat u dopen op de naam van Jezus Christus’ (5).
‘Macht gegeven’
Daarmee wordt iets heel duidelijk: je bent niet een ‘kind van God’ door dat te denken of te hopen. Ook niet omdat je ouders je aan God opdroegen of je lieten dopen. Maar door een weg die je gaat. Door je aan Jezus over te geven. Dat is: Hem aan te nemen als de Zoon van God en als je Redder en Verlosser (6). En door vervolgens, als bewijs daarvan, je zonden te laten ‘afwassen’ in de doop in water (7).
Dat kan niemand anders voor je doen. Die weg gaan, is een besluit en een daad van jezelf, gebaseerd op de Bijbel. Dus op je eigen, persoonlijke geloof in Jezus en dus op je gehoorzaamheid aan Hem. Zoals Johannes zegt: ... allen, die Hem (= Jezus) aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven om kinderen van God te worden, hun die in zijn naam geloven (6).
‘Macht gegeven’. Eigenlijk staat er: ‘het recht gegeven’, ‘de autoriteit gegeven’, om een kind van God te worden. Dat is groots! Wat mensen ook zeggen, God wijst je die weg en geeft je dat recht. En volgens dat recht doet Hij nog meer. Daarover sprak Jezus, vlak voordat Hij naar de hemel ging. Daarover de volgende keer. Want Hij verbindt iets machtigs aan het ‘kind van God’ worden!
Print hier uit ...
|
Uit de Bijbel:
(1) Genesis 2:15.
En de HEER God nam de mens en plaatste hem in de hof van Eden om die te bewerken en te bewaren.
(2) Hebreeën 10:14.
... door één offerande heeft Hij voor altijd hen volmaakt, die geheiligd worden.
(3) Johannes 3:3, 5.
... tenzij iemand opnieuw geboren wordt, kan hij het Koninkrijk van God niet zien.
... tenzij iemand geboren wordt uit water en Geest, kan hij het Koninkrijk van God niet binnengaan.
(4) Romeinen 6:3-4, 6.
Of weten jullie niet, dat wij allen, die in Christus gedoopt zijn, in zijn dood gedoopt zijn? Wij zijn dan met Hem begraven (ondergegaan in water) door de doop in de dood, opdat, zoals Christus uit de doden opgewekt is door de majesteit van de Vader, zo ook wij in nieuwheid van leven zouden wandelen.
Dit weten wij immers, dat onze oude mens mee-gekruisigd is, ...
(5) Handelingen 2:38.
En Petrus antwoordde hun: Bekeert u en laat een ieder van u zich laten dopen op de naam van Jezus Christus, tot vergeving van uw zonden ...
(6) Johannes 1:12.
... allen, die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven om kinderen van God te worden, hun, die in zijn naam geloven.
(7) Handelingen 22:16.
En nu, wat aarzelen jullie nog? Sta op, laat je dopen en je zonden afwassen, onder aanroeping van zijn naam.
|