Uit de Bijbel:

(1) Jesaja 14:13-14.
En gij (= de satan - AvdS) overlegdet nog wel: Ik zal ten hemel opstijgen, boven de sterren van God (= boven de engelen - AvdS) mijn troon oprichten en zetelen op de berg van de samenkomst ver in het noorden (= een beeld van de plaats waar Gods troon is - AvdS); ik wil opstijgen boven de hoogten van de wolken, mij aan de Allerhoogste gelijkstellen.

(2) Matteüs 4:8-10.
Opnieuw nam de duivel Hem mee naar een zeer hoge berg en hij toonde Hem (= Jezus - AvdS) al de koninkrijken van de wereld en hun heerlijkheid (= hun grootheid - AvdS), en zei tot Hem: Dit alles zal ik U geven, indien U Uzelf neerwerpt en mij aanbidt. Toen zei Jezus tot hem: Ga weg, satan! Er staat immers geschreven: De Heer, je God, zul je aanbidden en Hem alleen dienen.

(3) Daniël 10:12.
En hij zei tot mij: Vrees niet, Daniël, want van de eerste dag af, dat je je hart erop gezet had om inzicht te verkrijgen en om je voor je God te verootmoedigen, zijn je woorden gehoord, en ik ben gekomen op jouw woorden.

(4) Habakuk 2:14.
Want de aarde zal vol worden van de kennis van de heerlijkheid van de HEER, gelijk de wateren die de bodem van de zee bedekken.

(5) Jozua 6:20.
Het volk dan juichte, terwijl men op de horens blies; zodra het volk het geluid van de hoorn vernam, hief het een luid gejuich aan. En de muur stortte ineen, en het volk klom de stad binnen, ieder recht voor zich uit, en zij namen de stad in.

(6) Matteüs 16:19.
Ik zal jullie de sleutels geven van het Koninkrijk van de hemelen, en wat jullie op aarde binden zult, zal gebonden zijn in de hemelen, en wat jullie op aarde ontbinden zult, zal ontbonden zijn in de hemelen.

(7) Lucas 21:27.
En dan zullen zij de Zoon van de mens (= Jezus - AvdS) zien komen op een wolk, met grote macht en heerlijkheid. 

Lees ook:
Echt leven