de weg naar je bestemming

Om één geweldig feit

is de Bijbel geschreven: om Gods liefde voor ons. En ook om zijn liefde voor de wereld en zijn schep...

lees meer...

Gestorven zijn -

is dat ons doel? Dat lijkt erop, als je leest wat Paulus schrijft. Erger nog, hij heeft het erover, ...

lees meer...

Zelfs al ga ik...

Woorden en gebeurtenissen in de Bijbel zijn vaak voor-afbeeldingen van wat Jezus later zou meemaken....

lees meer...

Waarom overkomt mij dat?

Waarom overkomt mij dat?

                                                           door Arie van der Stoep

Ze rukten hem het prachtige kleed van het lijf, smeten hem in een droge waterput en verkochten hem tenslotte als slaaf naar Egypte. Weg met hem! Die aartsdromer, dat lievelingetje van zijn vader! (1)

Einde van zijn dromen! Einde van zijn leven als geliefde zoon. (2) Einde van een mooie toekomst! Hoe kon dit allemaal gebeuren? Arme Jozef! Maar het ging anders dan zijn broers zich hadden voorgesteld.

Er kwam hongersnood. Hun vader Jakob stuurde hen naar Egypte om brood te kopen. En daar stonden ze nu, sidderend tegenover de jonge, machtige en barse onderkoning, die namens de farao over Egypte heerste, getooid met de kleding en attributen die bij zo’n machtige Egyptenaar pasten.

Deel van Gods plan

Ze hadden diep voor hem gebogen. (3) En er waren allerlei onheilspellende en verwarrende dingen gebeurd, waarvan ze niets begrepen. Hij had hen als spionnen behandeld. En nu, op het hoogtepunt van al die gebeurtenissen, deden ze een vreselijke ontdekking.

Hij had hen uitgenodigd om met hem te eten. Ze vertrouwden het niet. Dit was een val! Bij de maaltijd ging het ook al zo vreemd. Hij leek alles van hen te weten! En toen gebeurde het.

Plotseling stond hij op. Alle hovelingen moesten de eetzaal uit. Daarop keerde hij zich naar hen toe en met door tranen verstikte stem riep hij: ‘Zien jullie het dan niet? Ik ben Jozef! Leeft mijn vader nog?’ (4) Ze stonden sprakeloos. Ze konden het bijna niet geloven, ze hadden hem niet herkend. Hoe was dit mogelijk? Nu zou de wraak komen, dachten ze. (5) Want ze waren niet vergeten wat ze hem hadden aangedaan.

Maar één ding wisten ze niet. Jozef had zijn ogen altijd op God gericht gehouden. Temidden van al zijn ellende en teleurstelling had hij geloofd dat God regeerde over zijn omstandigheden. Dat die in Gods handen zouden leiden naar zíjn doel met zijn leven. Dat zijn lijden en eenzaamheid deel uitmaakten van Gods plan.

De werkelijkheid van God

Daar stonden ze nu, onzeker, bang. Maar hij riep hun toe: Kijk niet zo ontsteld, omdat jullie mij hierheen hebben verkocht. Want om jullie in het leven te behouden heeft God mij voor jullie uitgezonden. (6) Dat was zijn verklaring voor hun gedrag destijds.

Hoe had Jozef dit antwoord gevonden? Door geloof! Geloof bepaalt hoe we naar de dingen kijken. Het laat ons dingen zien die we anders niet zien. Want geloof opent ons de ogen voor de werkelijkheid van God. (7)

Door dit geloof was hij steeds klaar geweest om Gods stem te verstaan, ook als Hij dromen zond met een boodschap. Zo had Jozef kunnen meewerken aan Gods reddingsplan voor zijn familie en zelfs voor de rest van de wereld. Want zo kon later Jezus geboren worden en konden ook wij gered worden. Namelijk van de eeuwige dood! (8) 

 

 

 

 

Uit de Bijbel:

(1) Genesis 37:23-24a, 28.
Zodra Jozef bij zijn broers gekomen was, trokken zij Jozef zijn kleed uit, het pronkgewaad, dat hij droeg. En zij namen hem en wierpen hem in de put.Toen Midjanitische mannen, kooplieden, voorbijgingen, trokken zij Jozef omhoog, haalden hem op uit de put en verkochten Jozef voor twintig zilverstukken aan de Ismaëlieten; en dezen brachten Jozef naar Egypte.
    Johannes 19:15.
Zij (= de Joden voor stadhouder Pilatus - AvdS) dan schreeuwden: Weg met Hem! Weg met Hem! ...

(2) Genesis 37:3.
En Israël (= Jakob - AvdS) had Jozef lief boven al zijn zonen, ..., en hij maakte voor hem een pronkgewaad.
    Matteüs 3:17.
En zie, een stem uit de hemelen zei: Deze is mijn Zoon, de geliefde, in wie Ik mijn welbehagen heb.

(3) Genesis 42:6b-7a; 9.
Toen nu de broers van Jozef aangekomen waren, bogen zij zich voor hem neer met het aangezicht ter aarde. Zodra Jozef zijn broers zag, herkende hij hen, maar hij deed alsof hij een vreemde voor hen was, hij sprak hen bits aan, ... Toen herinnerde Jozef zich de dromen die hij van hen gedroomd had.

(4) Genesis 45:1a,3.
Toen kon Jozef zich niet langer bedwingen voor allen die bij hem stonden, en hij riep: Laat allen van mij weggaan. En Jozef zei tot zijn broers: Ik ben Jozef; leeft mijn vader nog? Doch zijn broers konden hem niet antwoorden, want zij deinsden van schrik voor hem terug.

(5) Genesis 50:15.
Toen Jozefs broers zagen, dat hun vader gestorven was, zeiden zij: Als Jozef zich nu maar niet op ons gaat wreken en ons ten volle al het kwaad vergeldt, dat wij hem hebben aangedaan.

(6) Genesis 45:5.
... Kijk niet zo ontsteld, omdat jullie mij hierheen verkocht hebben. Want om jullie in het leven te behouden heeft God mij voor jullie uitgezonden.

(7) Hebreeën 11:1, 3a, 24, 27b.
Het geloof nu is de zekerheid van de dingen, die men hoopt, en het bewijs van de dingen, die men niet ziet...
Door het geloof verstaan wij, dat de wereld door het woord van God tot stand gebracht is, ...
Door het geloof heeft Mozes, volwassen geworden, geweigerd door te gaan voor een zoon van Farao’s dochter... Want hij bleef standvastig, als ziende de Onzienlijke
.

(8) Johannes 3:16.
Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder, die in Hem gelooft, niet verloren zal gaan, maar eeuwig leven zal hebben.
 

 


  Print deze pagina hier uit ...

Reageren? Klik hier... (Gastenboek) of hier... (Contact-pagina voor vragen).
 


 
ATTENTIE!! - Overname van artikelen


© LET OP! De op deze website gepubliceerde artikelen mogen
alleen met toestemming van de schrijver en eigenaar van de site
overgenomen en/of gepubliceerd en/of vermenigvuldigd worden,
behoudens waar dit anders is aangegeven. Voor het aanvragen
van deze toestemming en/of voor contact hierover kunt u
gebruik maken van de Contactpagina.
 


                                 We hebben God nodig,
                        omdat Hij de vervulling van ons leven is,
                               de reden van ons bestaan.