Waarom overkomt mij dat?
Waarom overkomt mij dat?
door Arie van der Stoep
Ze rukten hem het prachtige kleed van het lijf, smeten hem in een droge waterput en verkochten hem tenslotte als slaaf naar Egypte. Weg met hem! Die aartsdromer, dat lievelingetje van zijn vader! (1) Einde van zijn dromen! Einde van zijn leven als geliefde zoon. (2) Einde van een mooie toekomst! Hoe kon dit allemaal gebeuren? Arme Jozef! Maar het ging anders dan zijn broers zich hadden voorgesteld. Er kwam hongersnood. Hun vader Jakob stuurde hen naar Egypte om brood te kopen. En daar stonden ze nu, sidderend tegenover de jonge, machtige en barse onderkoning, die namens de farao over Egypte heerste, getooid met de kleding en attributen die bij zo’n machtige Egyptenaar pasten. Deel van Gods plan Ze hadden diep voor hem gebogen. (3) En er waren allerlei onheilspellende en verwarrende dingen gebeurd, waarvan ze niets begrepen. Hij had hen als spionnen behandeld. En nu, op het hoogtepunt van al die gebeurtenissen, deden ze een vreselijke ontdekking. Hij had hen uitgenodigd om met hem te eten. Ze vertrouwden het niet. Dit was een val! Bij de maaltijd ging het ook al zo vreemd. Hij leek alles van hen te weten! En toen gebeurde het. Plotseling stond hij op. Alle hovelingen moesten de eetzaal uit. Daarop keerde hij zich naar hen toe en met door tranen verstikte stem riep hij: ‘Zien jullie het dan niet? Ik ben Jozef! Leeft mijn vader nog?’ (4) Ze stonden sprakeloos. Ze konden het bijna niet geloven, ze hadden hem niet herkend. Hoe was dit mogelijk? Nu zou de wraak komen, dachten ze. (5) Want ze waren niet vergeten wat ze hem hadden aangedaan. Maar één ding wisten ze niet. Jozef had zijn ogen altijd op God gericht gehouden. Temidden van al zijn ellende en teleurstelling had hij geloofd dat God regeerde over zijn omstandigheden. Dat die in Gods handen zouden leiden naar zíjn doel met zijn leven. Dat zijn lijden en eenzaamheid deel uitmaakten van Gods plan. De werkelijkheid van God Daar stonden ze nu, onzeker, bang. Maar hij riep hun toe: Kijk niet zo ontsteld, omdat jullie mij hierheen hebben verkocht. Want om jullie in het leven te behouden heeft God mij voor jullie uitgezonden. (6) Dat was zijn verklaring voor hun gedrag destijds. Hoe had Jozef dit antwoord gevonden? Door geloof! Geloof bepaalt hoe we naar de dingen kijken. Het laat ons dingen zien die we anders niet zien. Want geloof opent ons de ogen voor de werkelijkheid van God. (7) Door dit geloof was hij steeds klaar geweest om Gods stem te verstaan, ook als Hij dromen zond met een boodschap. Zo had Jozef kunnen meewerken aan Gods reddingsplan voor zijn familie en zelfs voor de rest van de wereld. Want zo kon later Jezus geboren worden en konden ook wij gered worden. Namelijk van de eeuwige dood! (8)
|
Uit de Bijbel: (1) Genesis 37:23-24a, 28.
|
Print deze pagina hier uit ...
Reageren? Klik hier... (Gastenboek) of hier... (Contact-pagina voor vragen).
ATTENTIE!! - Overname van artikelen
© LET OP! De op deze website gepubliceerde artikelen mogen
alleen met toestemming van de schrijver en eigenaar van de site
overgenomen en/of gepubliceerd en/of vermenigvuldigd worden,
behoudens waar dit anders is aangegeven. Voor het aanvragen
van deze toestemming en/of voor contact hierover kunt u
gebruik maken van de Contactpagina.
We hebben God nodig,
omdat Hij de vervulling van ons leven is,
de reden van ons bestaan.