Jezus wil je ontvangen zoals je bent. Bij Hem behoef je niet eerst aan allerlei eisen te voldoen om voor Hem acceptabel te zijn.
In Marcus 5:1-20 lezen we over die gebeurtenis met een bezetene in het land van de Gerasenen. Toen Jezus daar verscheen, kwam deze man naar Jezus toe. Zijn kleren had hij van zijn lijf gerukt en zichzelf in zijn razernij verwond met stenen.
Maar Jezus zei niet: ‘Kleed je eerst maar eens netjes aan.’ Hij ontving hem en dééd iets: Hij verloste hem van al die demonen die hem hadden gekweld. En toen pas kwam de volgende fase. Hij werd voor de mensen toonbaar gemaakt. Toen die uit het dorp kwamen, zat hij er netjes gekleed bij. Jezus zorgt ervoor dat je tegenover de mensen niet beschaamd behoeft te staan, als je je aan Hem overgeeft. Dat heet met een moeilijk woord: Hij ‘rechtvaardigt’ je. (1)
Smaad en schande
Daarom mogen we te allen tijde naar Hem toegaan. Voor Hem is geen vraag, geen probleem te onbetekenend. En juist de dingen waarvoor wij ons schamen, zijn voor Hem een reden om ons uit te nodigen en te zeggen: Komt tot Mij, allen, die vermoeid en belast zijt,... (2) Want juist daarvoor is Hij gekomen. Hij herstelt ons en geeft ons onze waardigheid en onze waarde terug. Zelfs als wij die door eigen toedoen verloren hebben.
Maar ook als dat niet onze eigen schuld is. Want niet mensen bepalen wie wij mogen zijn, maar God. Zijn beoordeling van ons is maatgevend en niet die van de mensen. (3) Om ons te verlossen van smaad, vernedering en schande, hing Jezus naakt aan het kruis in onze plaats. En omdat Hij dit alles al in onze plaats onderging, heeft Hij de macht om dit van ons af te nemen. Hij geeft ons het recht daartoe en maakt dat die dingen niet langer over ons kunnen heersen.
Vrij
Daarom: Jezus ontvangt je graag! Hij maakt je vrij, ook van veroordeling! Kijk maar naar de gebeurtenis met die man uit het land van de Gerasenen.
Als je je veroordeeld of afgewezen voelt door mensen, doe dan twee dingen:
1. Zoek dagelijks Jezus in gebed en spreek jezelf uit tegenover Hem. Dank Hem, dat Hij je niet veroordeelt of afwijst, maar je heeft aangenomen. (Lees ook Echt leven - 4). Als je na verloop van tijd niet merkt, dat er innerlijke veranderingen bij je plaats vinden, doe dan 2:
2. Zoek een kerk of andere christelijke gemeenschap waar men de kracht van de naam van Jezus kent (of leidende personen uit zo'n gemeenschap), en vraag daar of men voor je kan bidden en in Jezus’ naam vrijheid van deze invloed over je wil uitspreken.
|
Uit de Bijbel:
(1) Romeinen 8:33-34a.
Wie zal uitverkorenen van God
(= hen die naar God luisteren en die Hij
roept om naar Jezus toe te gaan - AvdS) beschuldigen? God is het, die rechtvaardigt
(= die vrijspreekt en in ere herstelt
tegenover de mensen - AvdS);
wie zal veroordelen
(= je blameren - AvdS)?
(2) Matteüs 11:28.
Komt tot Mij, allen, die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven.
(3) Romeinen 14:4, 10, 13a.
Wie zijt gij, dat gij de knecht van een ander oordeelt? Of hij staat of valt, gaat zijn eigen heer aan. Maar hij zal staande blijven, want de Heer is bij machte hem vast te doen staan.
Gij echter, wat oordeelt gij uw broeder? Of ook gij, wat minacht gij uw broeder? Want wij zullen allen gesteld worden voor de rechterstoel van God.
Laten wij dan niet langer elkander oordelen, maar komt liever tot dit oordeel: uw broeder geen aanstoot of ergernis te geven.
Lees ook:
Echt leven
|