Kommm.nl voor echt leven, meer van God, zijn kracht, zijn welkom en zijn weg voor jou.

Je thuis (1)

Je thuis (1)

door Arie van der Stoep

God is je thuis, je plaats om te leven. God zegt door Mozes: De eeuwige God is voor u een woning en onder u zijn eeuwige armen. (1) Met wijd open armen staat Hij klaar om je te ontvangen en om je te dragen door alle omstandigheden heen. Dat is wat God heeft bestemd voor ieder die in Hem gelooft.

Ook David ervaart dit zo. Hij bidt: U omgeeft mij van achteren en van voren en U legt uw hand op mij. (2) Voor hem is God heel dichtbij hem, aan alle kanten om hem heen.

Hoe dat kan, begrijpt hij niet. Dat de eeuwige, grote God zoveel bemoeienis met hem wil hebben, is voor hem iets wonderbaarlijks. Hij zegt: Het begrijpen is mij te wonderbaar (= ik begrijp er niets van - AvdS), te verheven, ik kan er niet bij! (3) Maar het geeft hem wel kracht, vertrouwen, rust.

Thuiskomen

Hij heeft Iemand, bij wie hij thuishoort, die hem heeft geaccepteerd en bij wie hij geliefd is (zijn naam betekent waarschijnlijk ‘geliefde’). Hij heeft Iemand die hem het doel van zijn leven zal laten bereiken. God zelf is zijn doel. David leeft voor Hem. En God is zijn garantie voor het bereiken van zijn bestemming. (4)

Dat is wat God ook voor ons bedoelt. Hij is erop gericht om mij thuis te brengen, namelijk bij Hem. Dat is de reden, waarom Jezus stierf aan het kruis. God wilde elke belemmering tussen Hem en ons wegnemen. De schuld van de zonde moest op iemand gelegd worden. Daarvoor gaf Hij zijn Zoon.

Die was zonder zonde en dus in staat om die schuld te dragen, zonder er zelf aan te gronde te gaan. Hij kon niet verloren gaan door eigen zonde, want die had Hij niet. In feite was Hij God zelf. God droeg zelf onze schuld. En toen die weg was, konden wij weer thuiskomen. (5)

Straks nog meer

Bij Hem ben ik veilig. Hij is mijn oorsprong en het doel van mijn bestaan, de reden waarom ik er ben. Hij is mijn toekomst. Bij Hem ben ik nu al thuis, in wat voor situatie ik ook verkeer. En straks nog veel meer! (6)

Uit de Bijbel:

(1) Deuteronomium 33:27a.
De eeuwige God is voor u een woning en onder u zijn eeuwige armen.

(2) Psalm 139:5.
U omgeeft mij van achteren en van voren en U legt uw hand op mij.

(3) Psalm 139:6.
Het begrijpen is mij te wonderbaar (= ik begrijp er niets van - AvdS), te verheven, ik kan er niet bij!

(4) Johannes 14:19.
(Jezus zei:) Nog een korte tijd en de wereld ziet Mij niet meer, maar jullie zien Mij, want Ik leef en jullie zult leven.

(5) Johannes 3:16.
Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon (= Jezus - AvdS) gegeven heeft, opdat ieder, die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven zal hebben.

(6) Johannes 14:3.
(Jezus zei:) Wanneer Ik heengegaan ben en voor jullie plaats bereid heb, kom Ik terug en zal jullie tot Mij nemen, opdat ook jullie zult mogen zijn, waar Ik ben.

1 Petrus 1:8-9.
Hem (= Jezus - AvdS) hebben jullie lief, zonder Hem gezien te hebben; in Hem geloven jullie, zonder Hem thans te zien, en jullie verheugen je met een onuitsprekelijke en verheerlijkte vreugde, daar jullie het einddoel van het geloof bereikt, dat is de zaligheid van de zielen.

Om één geweldig feit

Gestorven zijn -

Zelfs al ga ik...