Aan Kerstmis ging iets vooraf. Voordat Jezus naar de aarde kwam, gebeurde er namelijk eerst iets in de hemel. Er was daar een tweegesprek tussen de eeuwige God en zijn Zoon, zijn Woord.
In dat gesprek zei God dat Hij wilde laten zien dat Hij de wereld liefheeft en daarin zich volkomen waarachtig wilde tonen. (1) En Hij vroeg aan zijn Woord, zijn Zoon, of die daarin helemaal één met Hem wilde zijn. Zijn Zoon antwoordde toen: Hier ben Ik, om uw wil, o God, te doen. In de boekrol staat van Mij geschreven. (2) Met andere woorden, in de boekrol (in uw boek) word Ik al aangekondigd. Wat daarin staat, is waar en moet dus waar worden.
Bewijs
Hier ben Ik! Dat was volkomen overgave. Overgave aan de wil en liefde van God. Jezus was volkomen één met zijn Vader. (3) En die eenheid en overgave werden onze redding. Daardoor was God in staat om ons te bevrijden uit de greep van zonde, dood en oordeel. Dat is wat wij met Kerstmis vieren.
Toen dat kindje daar in Betlehem in die kribbe lag, was dat niet alleen een bewijs van Gods liefde voor ons. Het was ook en in de eerste plaats een document dat de volkomen overgave liet zien van de Zoon van God aan zijn Vader, en dat zijn volkomen één-zijn met Hem toonde in het willen bewijzen van diens liefde.
De weg
Daarmee is Kerstmis nog iets. Christenen zijn, als het goed is, discipelen van Jezus. Zij volgen Hem, wat ook zijn weg is. (4)
Kerstmis toont ons nu de weg van God voor ons: een weg van volkomen overgave aan God en aan zijn Zoon Jezus, dus ook aan de waarheid van zijn Woord. God wil die waarheid, en dus zijn liefde, door ons heen zichtbaar maken. Hij wil ook ons maken tot documenten van overgave aan Hem.
De vraag die wij onszelf kunnen stellen, is: Mag Hij over mij beschikken? (5)
Uit de Bijbel:
(1)Johannes 3:16. Zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren zal gaan, maar eeuwig leven zal hebben.
(2)Hebreeën 10:7. Toen zei Ik: zie, hier ben Ik - in de boekrol staat van Mij geschreven - om uw wil, o God, te doen.
(3)Johannes 10:30.
(Jezus antwoordde:) Ik en de Vader zijn één.
(4)Johannes 12:26a. Indien iemand Mij wil dienen, hij volge Mij (= laat hij Mij volgen - AvdS), en waar Ik ben, daar zal ook mijn dienaar zijn.
(5)Lucas 1:38a. En Maria zei: Zie, de dienstmaagd van de Heer; mij geschiede naar uw woord.