Wat het  doel is van je leven? Kijk even naar deze woorden uit Hebreeën 2:10: Hem (= God), om wie en door wie alle dingen bestaan,... (1) Het gaat daar over God, door wiens toedoen alle dingen bestaan, dat is: door Wie ze zijn geschapen. Maar het zegt ook: ‘... om wie’..., dat is: terwille van wie ze bestaan. Ze bestaan dus óm Hem. Ze zijn er vóór Hem, ten behoeve van Hem. God is dus zelf, als persoon, het doel van je leven!

Daaruit kun je voor jezelf een belangwekkende conclusie trekken. Ook jij bent er dus terwille van Hem, voor Hem. Je bent de vervulling van een wens, zo niet van mensen, dan toch van God!

Voordat je er was, zag de eeuwige, grote God je in zijn gedachten al voor zich en verlangde Hij naar je. (2) En Hij riep je tot leven, liet je ter wereld komen. Opdat je bíj Hem zou zijn. En opdat je er voor Hém zou zijn. Daarom! Opdat je Hem zou leren kennen - zoals een baby zijn vader en moeder - en er tussen Hem en jou iets moois zou ontstaan, een relatie. Een relatie van liefde, waarin God en jij beiden een diepe vreugde zouden ervaren. Hij wilde dat je zou zien dat Hij er is en dat jij voor Hem van betekenis bent. Hij wilde ook dat je zou ontdekken dat door die relatie met Hem je leven de moeite waard is om geleefd te worden, en dat het in Hem zijn vervulling vindt.

Verbindingsweg

Wat God wil, is dat je zult ontdekken dat alle dingen - ook jij als mens dus - in God pas hun wezenlijke waarde vinden. Dat je pas het doel van je leven bereikt, als je op Hem gericht bent. Niet omdat Hij zo’n egocentrisch Persoon is - want Hij is juist het omgekeerde - maar opdat je zou merken hoe je leven pas volledig tot bloei en tot z’n doel komt, als je met Hem verbonden bent en op Hem gericht bent.

Helaas lijken we daarvan soms nog ver af te staan. Vaak is er nog heel veel kapot. Misschien ook wel in jouw leven. Toch doet dat niets af van het feit, dat God vastbesloten is om elk mens heel te maken die zich aan Hem overgeeft. Ik maak alle dingen nieuw, zegt Hij. (3) Hij doet dat door ons met zichzelf te verbinden. Jezus is zijn verbindingsweg voor ons naar Hem toe. Daarom zegt Jezus: Bekeert u (= kom terug bij Mij), want het Koninkrijk van de hemelen (= de kracht van God in jouw leven) is dichtbij gekomen. (4) Hij zegt: ‘Kommm! naar Mij toe!’

Toekomst

Hij zegt: ‘Ik wil voor jou de God zijn die over jouw leven regeert en alle dingen op hun plaats laat komen. Die alles recht trekt wat er scheef is gegaan, en die jou vervolgens een geweldig vooruitzicht geeft op een toekomst die je niet had kunnen dromen, een onvergankelijke (= hij kan niet vergaan), onbevlekte (= er is niets mis mee) en onverwelkelijke (= hij kan niet minder aantrekkelijk worden) erfenis, die in de hemelen weggelegd is voor jou.’ (5)

Dat gaat over de toekomst. Maar voor vandaag én voor de toekomst zegt Hij door Paulus: Als God vóór ons is, wie zal tegen ons zijn? Hoe zal Hij, die zelfs zijn eigen Zoon (= Jezus) niet gespaard, maar voor ons allen overgegeven heeft (zoveel had Hij voor ons over! - AvdS), ons met Hem ook niet alle dingen schenken? (6)

God is een God van liefde. Hij ziet uit naar je, naar jouw antwoord. Misschien moet je je relatie met Hem vandaag vernieuwen?

 
Uit de Bijbel:

(1) Hebreeën 2:10.
Want het voegde Hem, om wie en door wie alle dingen bestaan
    (= want het paste in het
    plan van God, die alle
    dingen heeft geschapen
    terwille van zichzelf
    - AvdS),
dat Hij, om vele zonen tot heerlijkheid te brengen, de Leidsman van hun behoudenis  (= Jezus - AvdS) door lijden heen zou volmaken
    (= ook Jezus heeft het
    doel van zijn bestaan en
    zijn volle betekenis pas
    gekregen door lijden
    heen; dit paste in Gods
    plan, omdat Hij alleen
    langs die weg kon maken
    dat velen als zonen van
    God deel zouden krijgen
    aan zijnheerlijkheid -
    AvdS).

(2) Psalm 139:16.
Uw ogen zagen mijn vormeloos begin
    (= na de conceptie, toen
    ik nog in de moederschoot
    verkeerde -AvdS);
in uw boek waren zij alle opgeschreven, de dagen, die geformeerd zouden worden, toen nog geen daarvan bestond.

(3) Openbaring 21:5.
... Zie, Ik maak alle dingen nieuw ...

(4) Matteüs 4:17.
Van toen aan begon Jezus te prediken en te zeggen: Bekeert u, want het Koninkrijk van de hemelen is nabijgekomen.

(5) 1 Petrus 1:3-4.
... God... die ons ... heeft doen wedergeboren worden tot een levende hoop, tot een onvergankelijke, onbevlekte en onverwelkelijke erfenis, die in de hemelen weggelegd is voor u.

(6) Romeinen 8:31-32.
Als God vóór ons is, wie zal tegen ons zijn? Hoe zal Hij, die zelfs zijn eigen Zoon (= Jezus) niet gespaard, maar voor ons allen overgegeven heeft
    (zoveel had Hij voor ons
    over! - AvdS),
ons met Hem ook niet alle dingen schenken?