Als je Davids geschiedenis kent, dan begrijp je zijn woorden in Psalm 23:5 - U richt voor mij een dis aan voor de ogen van wie mij benauwen. (1)
David was succesrijk. Maar zijn leven was ook vol strijd en moeite. Hij had veel tegenstanders en verkeerde dikwijls in groot gevaar. En toch...
Er was één ding dat zijn vijanden hem toch nooit afhandig hebben kunnen maken, iets dat heel kostbaar voor hem was. Wat voor hem tot de kern van zijn bestaan behoorde. Hij noemt dat hier: ‘Een dis’ - een rijk voorziene tafel met heerlijk eten. En Jezus noemt dat: ‘Leven en overvloed’. (2)
Zichtbaar
Hier wordt Davids geheim zichtbaar. In al zijn omstandigheden bleef hij namelijk voortdurend de gemeenschap met God zoeken. (3) Hij had de eerste plaats in zijn leven. Hij was steeds in zijn gedachten en zijn hart. Altijd vroeg hij naar zíjn wil, betrok hij Hem in zijn doen en laten en vroeg hij Hem om hem in zijn beslissingen te bevestigen. (4) En tenminste één ding was daarvan het gevolg.
Daardoor kon God hem die gemeenschap met Hem ook geven. Hij kon hem laten blijken dat Hij dichtbij hem was. (5)
En vervolgens kon God hem vanuit die gemeenschap de weg wijzen. Hij kon hem bemoedigen en sterken met de rijke tafel van zijn aanwezigheid en van alles wat daarin besloten is. Zoals Jezus zei: Mijn spijze is de wil te doen van degene die Mij gezonden heeft en zijn werk te volbrengen. (6)
David kende de rust en kracht van Gods aanwezigheid (7) en wist daardoor welke kant hij uit moest gaan, om Gods weg voor hem te kunnen blijven volgen.
Wat God ons gunt
Want als je leeft in afhankelijkheid van God, gaan je de ogen open. Je leert zijn liefde, zorg en zegeningen te zien. (8) Je gaat de betekenis onderkennen van de dingen die je meemaakt. En je leert daarin Gods hand te onderscheiden. (5) Dan merk je hoe Hij bezig is om je te onderwijzen, (9) te voeden, te laven en te bemoedigen. (10)
In de tegenwoordigheid van God ervaar je de vervulling van je behoeften. De ontmoeting met Hem werkt als een rijk voorziene tafel. Als je dat eenmaal hebt ervaren, dan wil je niet anders meer dan ‘eten en drinken’ in Gods tegenwoordigheid. Dan wordt dit een vanzelfsprekendheid en een dagelijkse vreugde. Dat is wat God ons gunt. Dat is echt leven!
Uit de Bijbel:
(1)Psalm 23:5a. U richt voor mij een dis aan voor de ogen van wie mij benauwen.
(2)Johannes 10:10b.
(Jezus zei:) Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en overvloed.
(3)Psalm 27:4. Eén ding heb ik van de HEER gevraagd,
dit zoek ik:
te verblijven in het huis van de HEER (= in zijn tegenwoordigheid - AS) al de dagen van mijn leven,
om de liefelijkheid van de HEER te aanschouwen,
en om te onderzoeken in zijn tempel.
(4)2 Samuël 2:1-2a. Hierna vroeg David aan de HEER: Zal ik optrekken naar een van de steden van Juda: de HEER antwoordde hem: Trek op. David zei: Waarheen zal ik optrekken? En Hij antwoordde: naar Hebron.
(5)Psalm 23:4. Zelfs al ga ik door een dal van diepe duisternis, ik vrees geen kwaad, want U bent bij mij; uw stok en uw staf, die vertroosten mij.
(6)Johannes 4:34. Jezus zei tot hen: Mijn spijze (= datgene waarvan Ik leef - AvdS) is de wil te doen van degene (= God - AvdS) die Mij gezonden heeft, en zijn werk te volbrengen.
(7)Psalm 61:4. Want U bent voor mij een schuilplaats geweest, een sterke toren tegen de vijand.
(8)Psalm 23:5b-6a. U zalft mijn hoofd met olie, mijn beker vloeit over. Ja, heil en goedertierenheid zullen mij volgen al de dagen van mijn leven.
(9)Psalm 32:8. Ik leer en onderwijs je aangaande de weg die je gaan moet; Ik raad je; mijn oog is op je. Psalm 23:3b. Hij leidt mij in de rechte sporen om zijns naams wil (= omdat Hij vindt dat Hij dat verplicht is aan zijn naam - AvdS).
(10)Psalm 23:1b-3a. De Heer is mijn herder, mij ontbreekt niets; Hij doet mij nederliggen in grazige weiden; Hij voert mij aan rustige wateren; Hij verkwikt mijn ziel.