God besloot er een einde aan te maken. Het was bergafwaarts gegaan met de mens. Nadat de zonde de wereld in was gekomen, geraakte de aarde vol slechtheid en geweldenarij. (1) Zo kon het niet langer! ‘Ik ga de mensen en alles wat leeft, uitroeien. Het is voorbij.’ (2) Zo besloot God.
Dit was dramatisch! Het betekende dat God zijn plan, om de mens van de gevolgen van de zonde te redden, niet kon uitvoeren. Nooit zou de beloofde Redder (3) geboren kunnen worden. Allen die geleefd hadden, zouden voor eeuwig verloren gaan. Maar toen gebeurde het! God keek naar Noach! Zoals Hij vandaag naar Jezus kijkt. En plotseling veranderde er iets.
Tegenstelling
Want Noach ‘wandelde met God.’ (4) Hij zocht God, luisterde naar Hem en vroeg naar zijn wil. Zijn leven vormde een tegenstelling tot dat van de rest van de mensheid. Dat maakte alles anders: Noach vond genade in de ogen van de HEER. (5) Dat betekent: God veranderde zijn gedachten terwille van hem.
Noach mocht niet tezamen met de zondaars verloren gaan! Dit vreselijke oordeel mocht hem niet treffen. Om hem bedacht God een middel tot redding voor ieder die zich wilde bekeren van het kwade. Eén man maakte het verschil! Het verschil tussen leven en dood, tussen redding en ondergang, tussen zegen en vloek.
Noachs naam betekent: ‘Troost.’ Hij werd iemand die troost, uitredding bracht. Als het dan niet voor de mensen van zijn tijd was, want die luisterden niet naar God, dan toch wel voor zijn familie en voor Gods plan met de wereld.
Eenmaal
Hij moest een ark bouwen, een reusachtige boot, de redding voor ieder die bij God ontkoming aan het oordeel zocht. Net zoals wij die redding bij Jezus zoeken. Jezus, de Redder van de wereld, die door Noachs geloof en trouw aan God uiteindelijk toch geboren kon worden, om ons te redden van het komende oordeel. (6)
Noach maakte in zijn tijd het verschil. Net zoals Jezus vandaag. En ik? Kan God Jezus in mij zien? Maak ook ik voor Hem het verschil voor mijn omgeving, mijn kerk of gemeente, de wereld? Zal Hij om mij nog genade geven en zegen? (7)
Heer, laat mij voor U zo’n betrouwbaar iemand zijn als Noach, opdat mensen behouden worden!
|
Uit de Bijbel:
(1) Genesis 6:11.
De aarde nu was verdorven voor Gods aangezicht, en de aarde was vol geweldenarij.
(2) Genesis 6:7.
En de HEER zei: Ik zal de mensen, die Ik geschapen heb, van de aardbodem uitroeien, de mensen zowel als het vee en het kruipend gedierte en het gevogelte van de hemel, want het berouwt Mij, dat Ik hen gemaakt heb.
(3) Genesis 3:15.
En Ik zal vijandschap zetten tussen u (= de slang in het paradijs, de satan - AvdS) en de vrouw, en tussen uw zaad en haar zaad (= Jezus - AvdS); dit zal u de kop vermorzelen en gij zult het de hiel vermorzelen.
(4) Genesis 6:9.
... Noach was onder zijn tijdgenoten een rechtvaardig en onberispelijk man; Noach wandelde met God.
(5) Genesis 6:8.
Maar Noach vond genade in de ogen van de HEER.
(6) 2 Petrus 3:7.
Maar de tegenwoordige hemelen en de aarde zijn ... als een schat weggelegd, bewaard voor het vuur op de dag van het oordeel en van de ondergang van de goddeloze mensen.
(7) 2 Korintiërs 6:1-2.
... als medewerkers van God vermanen wij u ... de genade van God niet tevergeefs te ontvangen, want Hij zegt: ten tijde van het welbehagen heb Ik u verhoord en ten dage van het heil ben Ik u te hulp gekomen.
Zie, nú is het de tijd van het welbehagen; zie, nú is het de dag van het heil.
|