Waar God op wacht, is: op mensen die zijn stem horen. Mensen die de verborgen omgang met Hem kennen, (1) die hebben geleerd om naar Hem te luisteren en die de bereidheid hebben om uit te spreken wat zij van Hem leerden of hoorden. De Bijbel noemt dat: profeet zijn.

Is dat dan iemand die je vaak hoort zeggen: ‘Zo zegt de Heer’? Nee, niet persé. Abraham, Isaak, Jakob en vele anderen waren ook profeten. (2) Maar zij waren dat, omdat hun leven een profetie was, een getuigenis tegenover de wereld om hen heen. Zij geloofden in God en dat zag je. (3) Zij leidden een profetisch leven!

Machtige dingen

En niet alleen zág je dat, je hóórde het ook. God sprak tot hen. (4) En zij spraken over God. (5) Uit hun manier van spreken bleek dat zij God kenden. Hun geloof, hun woorden en hun daden waren één. Zij geloofden dat hun God de enige, ware God was. Ook daarin waren zij profeten.

Ben ik ook zo’n profeet? Als het goed is, wel! (6) Voor mij is er zelfs nog meer reden om dat te zijn. Ik heb immers Jezus leren kennen, in wie God zichzelf heeft geopenbaard. Door geloof in Hem heb ik immers redding en een nieuw leven ontvangen, eeuwig leven.

Daardoor zal ook mijn leven profetisch van karakter kunnen zijn. Mijn mond zal door Hem zelfs nog meer kunnen overlopen van dankbaarheid en vreugde om de machtige dingen die Hij heeft gedaan.  (7) En dan is er natuurlijk nog iets anders.

De Leeuw

Als ik leer luisteren naar Gods stem, zal Hij ook mij kunnen gebruiken, om de mensen om mij heen, in de gemeente bijvoorbeeld, te zegenen. Hij zal door mij tot hen kunnen spreken. Vanuit zijn liefde voor hen in mijn hart. Omdat Hij zijn woorden voor hen aan mij geeft. Zodat zij bemoedigd worden of aangevuurd en zich geliefd voelen. (8)

De profeet Amos zei (Amos 3:8): De leeuw heeft gebruld - wie zou niet vrezen (= wie zou niet vol ontzag luisteren)? De Heer HEER heeft gesproken - wie zou niet profeteren (= wie zou niet in beweging komen om zijn woord uit te spreken)?

God is de machtige Leeuw. Hij heeft gebruld, vele malen en op vele wijzen, vroeger, later en ook nu. Zou ik dan niet vol zijn van wat Hij heeft gezegd? En wat doe ik daarmee?

Heer, laat 2016 een jaar zijn dat vol is van uw spreken!
 

Uit de Bijbel: 

(1) Psalm 25:14.
De vertrouwelijke omgang van de HEER is met wie Hem vrezen (= met wie Hem eren en naar Hem luisteren - AvdS), ...

(2) Psalm 105:15.
Raakt mijn gezalfden niet aan (het gaat hier over Abraham, Isaak en Jakob - AvdS), en doet mijn profeten geen kwaad.

(3) Genesis 23:6.
Luister naar ons, mijn heer, een vorst van God bent u in ons midden: begraaf uw dode in de keur van onze grafsteden; ... (de inwoners van Kanaän tegenover Abraham - AvdS).

(4) Genesis 15:1.
Hierna kwam het woord van de HEER tot Abram in een gezicht: Vrees niet, Abram, Ik ben uw schild; uw loon zal zeer groot zijn.

(5) Genesis 24:40.
Maar hij (= Abraham - AvdS) zei tot mij (= tot de knecht van Abraham - AvdS): De HEER, voor wiens aangezicht ik gewandeld heb, zal zijn engel met u zenden, en zal uw weg voorspoedig maken, ....

(6) 1 Petrus 2:9.
Gij echter zijt ... een volk (voor God) ten eigendom, om de grote daden te verkondigen van Hem, die u uit de duisternis geroepen heeft tot zijn wonderbaar licht.

(7) Handelingen 2:11.
... wij horen hen in onze eigen taal van de grote daden van God spreken.

(8) Handelingen 15:32.
Judas en Silas, die zelf ook profeten waren, bemoedigden en versterkten de broeders met vele woorden.
    1 Korintiërs 14:3.
Maar wie profeteert, spreekt voor de mensen stichtend, vermanend en bemoedigend.