Wie sterft, gaat naar het dodenrijk. Tenminste... zo wás het. Totdat Jezus kwam. De Hebreeënbrief zegt:

Wij zien Jezus, die voor een korte tijd beneden de engelen gesteld was (= die als mens naar de aarde kwam - AvdS), opdat Hij door de genade van God (= door Gods genade voor ons - AvdS) voor een ieder de dood zou smaken... (= in de plaats van ieder mens de dood zou ondergaan - AvdS). (1)

Hiermee wordt bevestigd dat Jezus stierf en dus het dodenrijk inging in onze plaats. Maar... daarbij gebeurde er iets opmerkelijks. Wat zijn ondergang leek (het dodenrijk ingaan), werd juist zijn overwinning.

Geen vat op Jezus

Dood en dodenrijk bleken met Hem geen raad te weten. Jezus wist dit al van tevoren. Kort voor zijn lijden en sterven zei Hij tegen zijn discipelen: ... de overste van de wereld (= de duivel - AvdS) komt en heeft aan Mij niets. (2)

Over welke waarheid had Jezus het hier? Deze: de satan regeert over dood en dodenrijk. Hij klaagt mensen aan vanwege hun zonden, om hen vervolgens op grond daarvan over te leveren aan de macht van dood en dodenrijk. Dat recht heeft hij. Sinds de zonde in het paradijs.

Maar Jezus had nooit zonde gedaan. De duivel vond bij Hem niets om Hem aan te kunnen klagen. Daardoor kon hij geen vat op Jezus krijgen en had hij niet het recht of de macht om hem aan dood en dodenrijk uit te leveren!

Vrijwillig

Daardoor was niet alleen de duivel machteloos tegenover Hem. Paulus legt uit: De prikkel van de dood (= datgene waardoor de dood macht over mensen krijgt en hen het dodenrijk kan laten ondergaan - AvdS) is de zonde. (3) Dood en dodenrijk kunnen mensen door de zonde voor altijd in hun macht houden. Dat recht hebben zij. (Gen. 2:17)

Maar bij Jezus werkte dat recht niet. Ook dood en dodenrijk vonden aan Hem geen houvast. Hij had nooit zonde gedaan, maar stierf vrijwillig en ging vrijwillig het dodenrijk in. Hij ging die weg in onze plaats. Satan, dood en dodenrijk waren niet in staat om Hem daarvan af te houden, noch invloed uit te oefenen op zijn verblijf daar, noch Hem daar vast te houden. Ze stonden machteloos tegenover Hem.

Sterker dan de dood

Zo kon God iets doen, wat nooit eerder was voorgekomen: Hij maakte persoonlijk een einde aan het verblijf van zijn Zoon in het dodenrijk en riep Hem terug uit het graf. Zoals Petrus zei: God evenwel heeft Hem opgewekt, want Hij verbrak de weeën (= banden - AvdS) van de dood, omdat het niet mogelijk was, dat Hij door hem (= dat Jezus door de dood - AvdS) werd vastgehouden. (4)

Zoiets was nog nooit gebeurd! Eindelijk was er iemand gekomen die sterker was dan dood en dodenrijk! Jezus had gedaan, wat Paulus noemt, ‘... de dood van zijn kracht beroofd’. (5) Jezus, het leven, had overwonnen. (6)

Voortaan kan, als mensen sterven, de dood niet meer automatisch over hen heersen. Dat automatisme is door Jezus doorbroken. Hij, het leven, is sterker dan de dood.  Wie Hem heeft - wie in Hem gelooft - heeft dat leven. (7) Hij leeft eeuwig, net als Jezus. (8) Op hem kan de dood geen recht meer laten gelden. Voor hem is er geen dodenrijk. De dood heeft niet het laatste woord!

Bewerkt en overgenomen uit het boekje ‘Is er leven na de dood?’ van Arie van der Stoep. Klik hier ...

Uit de Bijbel: 

(1) Hebreeën 2:9.
Wij zien Jezus, die voor een korte tijd beneden de engelen gesteld was (= die als mens naar de aarde kwam - AvdS), opdat Hij door de genade van God (= door Gods genade voor ons - AvdS) voor een ieder de dood zou smaken... (= in de plaats van ieder mens de dood zou ondergaan - AvdS).

(2) Johannes 14:30.
Niet veel zal Ik meer met u spreken, want de overste van de wereld (= de duivel - AvdS) komt en heeft aan Mij niets (= vindt geen aanknopingspunt van zonde bij Mij en kan over Mij dus geen macht uitoefenen - AvdS).

(3) 1Korintiërs 15:56a.
De prikkel van de dood (= datgene waardoor de dood macht kan uitoefenen en mensen het dodenrijk kan laten ondergaan - AvdS) is de zonde.

(4) Handelingen 2:24.
God evenwel heeft Hem (= Jezus - AvdS) opgewekt, want Hij verbrak de weeën (= banden - AvdS) van de dood, naardien het (= omdat het nu eenmaal - AvdS) niet mogelijk was, dat Hij door hem (= dat Jezus door de dood - AvdS) werd vastgehouden.

(5) 2 Timoteüs 1:10b.
Christus Jezus, die de dood van zijn kracht heeft beroofd en onvergankelijk leven aan het licht gebracht heeft door het Evangelie (= door het Evangelie heeft bekend gemaakt dat er onvergankelijk, eeuwig leven is - Hij is zelf dat leven - dat niet door de dood kon worden vastgehouden en dat alle mensen die deze boodschap aannemen, ontvangen - AvdS).

(6) Openbaring 1:17b-18.
(Jezus sprak vanuit de hemel tot Johannes:) Wees niet bevreesd, Ik ben de eerste en de laatste, en de levende, en Ik ben dood geweest, en zie, Ik ben levend tot in alle eeuwigheden, en Ik heb de sleutels van de dood en het dodenrijk.

(7) 1 Johannes 5:12a.
Wie de Zoon heeft, heeft het leven.

(8) Johannes 11:25-26.
... Ik ben de opstanding en het leven; wie in Mij gelooft, zal leven, ook al is hij gestorven, en een ieder, die leeft en in Mij gelooft, zal in eeuwigheid niet sterven; ...

Lees ook:
Meer van God.