Ik verlang ernaar, God te kennen. Dat is een legitiem verlangen. Voor Paulus is dit zelfs zo belangrijk, dat hij alles daarvoor opgeeft. (1) Maar wat is dat, God kennen? En is dat voor mij bereikbaar?
Het woord ‘kennen’ in de Bijbel zegt het al. God kennen is daar niet zomaar dingen óver Hem weten. God kennen is geen wetenschap, geen theologie. God kennen is iets heel persoonlijks. Het is: God persoonlijk kennen, Hem persoonlijk ontmoeten, met Hem een relatie hebben. Dat is waar Paulus het over heeft. Hij kan niet buiten God, buiten Jezus, zijn Heer, en de omgang met Hem.
Het maximale
Als Mozes worstelt met God om het behoud van zijn volk, zodat het het beloofde land zal bereiken, belooft God hem uiteindelijk dat Hij hem verhoort en met Israël zal meetrekken. Maar Mozes is nog niet tevreden. Hij vraagt God om een openbaring van zijn wezen, als bevestiging van zijn woorden. Hij wil God kennen zoals Hij is. Hij zegt: Laat mij toch uw heerlijkheid zien. (2)
Hij weet dat, als God dat doet, Hij zich daarin verbindt met wat Hij heeft beloofd. Want God kan niet om zichzelf, om zijn eigen wezen heen. Dat wordt zichtbaar in wat Hij doet. (3)
Dit is uiterst vrijmoedig van Mozes. En toch... God wijst hem niet af! Hij zegt niet: ‘Mozes, je gaat te ver!’ Integendeel, God verheugt zich over mensen die het maximale zoeken in het kennen van Hem en het gaan van zijn weg. (4) Want dat is geloof!
Mozes krijgt wat hij vraagt! (5) Alleen bedekt God hem wel met zijn hand, om hem te beschermen tegenover de confrontatie met de overweldigende majesteit en kracht van die openbaring. Zodat hij niet zal sterven. (6)
Eeuwig met Hem verbonden
En dan kómt God en trekt langs hem heen en roept zijn naam uit: Ik ben die Ik ben, Ik ben die Ik ben (7), God, barmhartig en genadig, lankmoedig, groot van goedertierenheid en trouw. (8) En nog meer! Het is overweldigend! Want in Gods naam is God zelf - groot, heerlijk, oneindig alles omvattend wie Hij is.
Zo wil Hij gekend zijn. En zo handelt Hij. Zo ook liet Hij Jezus naar de aarde komen. En zo mag ik Hem leren kennen, als ik Hem aanbid. Opdat ik hoop zal hebben. Opdat ik zal weten voor Wie ik leef. Opdat ik mijn oorsprong en toekomst zal kennen. En opdat ik nooit zal wanhopen aan Hem, maar voor eeuwig met Hem verbonden zal zijn. (9)
|
Uit de Bijbel:
(1) Filippenzen 3:8-10.
... ik acht zelfs alles schade, omdat de kennis van Christus Jezus, mijn Heer, dat alles te boven gaat. Om zijnentwil heb ik dit alles prijsgegeven ..., om Hem te kennen ...
(2) Exodus 33:18.
Maar hij zei: Laat mij toch uw heerlijkheid zien.
(3) Romeinen 1:20.
Want hetgeen van Hem niet gezien kan worden, zijn eeuwige kracht en goddelijkheid, wordt sedert de schepping van de wereld uit zijn werken met het verstand doorzien, ...
(4) Psalm 103:7.
Hij maakte aan Mozes zijn wegen bekend, ...
Hebreeën 10:35.
Geeft dan uw vrijmoedigheid niet prijs, die een ruime vergelding heeft te wachten.
(5) Spreuken 8:17b, 35.
Wie mij ijverig zoeken, zullen mij vinden.
Want wie mij vindt, heeft het leven gevonden, hij heeft van de HEER welgevallen verkregen.
(6) Exodus 33:22.
Wanneer mijn heerlijkheid voorbijgaat, zal Ik u in de rotsholte zetten en u met mijn hand bedekken, totdat Ik ben voorbijgegaan.
(7) Exodus 3:13-14a.
Daarop zei Mozes tot God: Maar wanneer ik bij de Israëlieten kom en hun zeg: De God van uw vaderen heeft mij tot u gezonden, en zij mij vragen: Hoe is zijn naam - wat moet ik hun dan antwoorden? Toen zei God tot Mozes: Ik ben, die Ik ben.
(8) Exodus 34:6.
De HEER ging aan hem voorbij en riep: HEER, HEER, God, barmhartig en genadig, lankmoedig, groot van goedertierenheid en trouw. (HEER = Ik ben die Ik ben - zie noot 7).
(9) Lucas 22:20.
... Deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed, die voor u uitgegoten wordt.
|