Dat is wel heel plotseling - die vraag! Je zoekt in de stilte de Heer. Je luistert naar Hem en spreekt met Hem. Even is het stil en dan, ineens, vraagt Hij: ‘Hou je nog van Mij?’
Oei, dat is in de roos! Je weet dat lang niet alles waarmee je in de afgelopen tijd bezig was, even positief was. De weg kronkelde nogal eens. Je gedachten waren soms ergens anders. Bovendien had je zo je vragen en tegenstribbelingen. Het botste allemaal een beetje met keuzes die je vroeger had gemaakt.
Het motief
En toch zoek je de Heer, ook op dit moment. Want je kunt niet zonder Hem. Je hebt zijn genade nodig, je hebt Hém nodig. En dan ineens komt die vraag. En als in een flits dringt het tot je door, dat Hij op dit moment heeft gewacht.
Gewacht, om je je te laten realiseren dat je niet helemaal gelukkig was. Dat eigenlijk, diep in je hart, bij alles wat zich daar in de afgelopen tijd afspeelde, je naar Hem verlangde. Ook al leek het soms anders.
Je realiseert je dat je in die dagen die vraag ontweek. De vraag naar die werkelijkheid diep in je hart, die toch al zolang het motief is geweest dat sturing gaf aan je leven: ik houd van Hem! Die werkelijkheid die de richting bepaalde waarin je ging en het motief was voor je daden. En nog steeds houd je zielsveel van Hem, van Jezus, je Vriend, je Vader, je God en Heer (1). Hij is alles voor je!
Waarvoor hij was geboren
En nóg iets wordt met die vraag heel helder voor je. Je ziet het opeens: God verlangt mij, naar míjn liefde! Naar mijn eigen, persoonlijke liefde voor Hem (2). Hij heeft erop gewacht, dat ik tegen Hem zeg: ‘Jezus, ik houd van U! Ik houd echt van U!’
Ook aan Petrus stelde Jezus die vraag. Hij wilde dat Petrus het aandurfde, om zijn liefde voor Jezus weer te uiten, Hem weer heel zijn spontane liefde te geven. Dat hij niet bleef hangen bij wat er mis was gegaan, maar dat hij zich weer aan Jezus’ liefde durfde toe te vertrouwen (3). Aan die liefdesrelatie met Hem, die God voor hem op het oog had gehad. En die de verwerkelijking was van het doel, waarvoor hij was geboren en waarvoor Jezus hem had geroepen.
Waar wacht ik dus nog op?
|
Uit de Bijbel:
(1) Psalm 89:27.
Hij zal tot Mij zeggen: U bent mijn Vader, mijn God en de rots van mijn heil.
Jesaja 9:5.
... men noemt Hem Wonderbare Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst.
(2) Openbaring 2:4.
Maar Ik heb tegen jullie, dat jullie je eerste liefde verzaakt hebt (je eerste, je grote liefde, die boven alles gaat, is Jezus - AvdS).
(3) Johannes 21:17.
Hij (= Jezus - AvdS) zei voor de derde maal tegen hem (= Petrus - AvdS): Simon, zoon van Johannes, hou je echt van Mij? Petrus werd bedroefd, dat Hij voor de derde maal tot hem zei: Hou je echt van Mij? En hij zei tegen Hem: Heer, U weet alles, U weet, dat ik van U houd...
|