Heb ik rechten bij God? Nou, en of! Israël klaagde: ‘De Heer ziet niet naar ons om. God houdt geen rekening met de rechten die wij bij Hem hebben!’ (1) Dat klinkt nogal aanmatigend.

Maar door Jesaja zei God tegen hen: ‘Waarom klagen jullie? Weten jullie dan niet dat Ik een eeuwig God ben, de Schepper van alles? Dat Ik met de regeerders van de aarde doe zoals Ik wil? Hoe komen jullie er dan toe, om te zeggen dat Ik jullie vergeet en voorbij ga aan jullie rechten bij Mij?’ (1) ‘Ik regeer en Ik ben een God van recht.’ (2)

Het meest duidelijk

Maar als dat een kenmerk van God is, dan mag ik zeggen dat Gods recht ook voor mij geldt! Want Johannes zegt: Allen die Hem (= Jezus - AvdS) hebben aangenomen, hun heeft Hij macht (= het recht, de bevoegdheid) gegeven om kinderen van God te worden, hun, die in zijn naam geloven. (3) En aan dat recht mag ik ook weer andere rechten ontlenen.

Ik mag een echte zoon van Hem zijn. (4) Een zoon, voor wie Hij als Vader een erfenis klaar heeft liggen, een toekomst vol glorie, (5) vreugde in de gemeenschap met Hem. En praktisch, voor vandaag, mag ik zeggen: ‘Mijn Vader zorgt voor mij.’ Hij laat niet toe dat ik boven vermogen verzocht word. Hij komt voor mij op. (6)

Jesaja spreekt dan ook veel vaker over Gods recht. Het meest duidelijk wordt dat zichtbaar, als hij over Jezus profeteert. Dat doet hij voortdurend. Zo zegt hij over Hem: Hij zal de volken het recht openbaren, Gods recht (7)

Krachtig bijstaan

Volgens dat recht heeft God zich met mij verbonden in een eeuwig verbond, dat berust in Jezus’ bloed en dus nooit meer ongedaan kan worden gemaakt. (8) Daarom is Jezus mij tot een licht. Ik zal zien dat Hij mij redding, hulp, genezing en bevrijding laat ervaren. (9) Door Hem heb ik perspectief. Want Hij zal mij de volmaaktheid laten bereiken. (5)

Dat is Gods recht voor mij! Hij heeft zelfs zijn naam daaraan verbonden. Hij zegt: ‘Zo ben ik. Dat is mijn naam. En die eer geef Ik aan niemand anders.’ (10) Dat recht geldt voor Israël, maar ook voor de andere volken... dus voor mij! (9)

Is mijn weg voor God verborgen? Gaat mijn recht aan Hem voorbij? Nee dus, want zijn ogen gaan over de gehele aarde, om krachtig bij te staan hen, wier hart volkomen naar Hem uitgaat. (11) 

Uit de Bijbel: