God heeft altijd dichtbij ons als mensen willen zijn. Dat bleek al in het paradijs, toen God naar Adam toekwam. Dat zag je in de Sinaï-woestijn, waar God afdaalde om vanaf de berg Horeb tot zijn volk te spreken. En je zag het aan het Kind in de kribbe, in Wie God heel persoonlijk naar ons toekwam in de gestalte van een klein mensje.

Er zijn nog veel meer voorbeelden vanuit de Bijbel te geven. Maar dit waren hoofdmomenten. Die hebben iets te vertellen. Ze bevestigen de boodschap van de Bijbel dat God in zijn verlangen naar ons nog verder gaat. Dat Hij zelfs ín zijn kinderen wil wonen (*) en zó heel persoonlijk met ons wil omgaan.

In levenden lijve

Het Kerstfeest is dus vooral het feest van de liefde van God voor ons, het feest van het herstel van de relatie met Hem (1). Het is het feest dat ons aanmoedigt om Hem in ons hart te sluiten (2). Om, net als de herders en de wijzen, Hem te aanbidden. En dan niet alleen op dit feest, maar altijd, als een leven van aanbidding.

Het Kerstfeest moedigt ons aan om ons ernaar uit te strekken, dat Hij op alle terreinen van ons leven onze Heer en Koning zal zijn. Om elke dag voor Hem te leven en om dagelijks zijn ‘aangezicht te zoeken’. Dat is: tijd voor Hem te nemen om bij Hem te zijn (3). Want Hij is dichtbij ons, dichterbij dan we denken (4). Hij is ons erfdeel, wij hebben Hem tegoed! (5)

Door Jezus die plaats in je leven te geven, bereid je je tevens voor voor de ontmoeting met Hem bij zijn terugkomst. Het moment, dat je Hem in levenden lijve zult zien als de regeerder over alle groten van de aarde (6). Als degene die het laatste woord heeft. Als Godzelf!

Hun lampen brandende

Wanneer we ons ervan bewust zijn, dat we dit zullen meemaken - ook al zouden we reeds gestorven zijn - dan verheugen we ons daarover. Dan wordt Kerst een feest van heiliging, van je klaarmaken. Van mensen die hun lampen brandende willen hebben, om Hem tegemoet te gaan (7). Opdat hun niets in de weg zal staan voor die ontmoeting. Die naar Hem uitzien en bidden: ‘Kom, Heer Jezus, kom spoedig!’ (8)

Dat zal het moment zijn waarop Gods wens om bij ons te zijn, op een volledige en heerlijke wijze in vervulling gaat.

Uit de Bijbel: 

(*) Lees: (Ant)Woord 093 - ‘Waardige woonplaatsen voor God‘.

(1) Johannes 3:16.
... zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren zal gaan, maar eeuwig leven heeft.

(2) Openbaring 3:20.
Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop. Indien iemand naar mijn stem hoort en de deur opent, Ik zal bij hem binnenkomen en maaltijd met hem houden en hij met Mij.

(3) Psalm 27:8.
Van U uit zegt mijn hart (tegen mij - AvdS): Zoek mijn aangezicht. Ik zoek uw aangezicht, HEER.

(4) Handelingen 17:26-27.
... opdat zij God zouden zoeken, ..., hoewel Hij niet ver is van een ieder van ons.

(5) Psalm 16:5-6.
O HEER, mijn erfdeel en mijn beker, ... (lees: (Ant)Woord 096 - ‘Het mooiste dat God wil geven’).

(6) Openbaring 1:5.
... Jezus Christus, ... de overste van de koningen van de aarde.

(7) Matteüs 25:1-7.
Dan zal het Koninkrijk van de hemelen vergeleken worden met tien maagden, die hun lampen namen en uittrokken, de bruidegom tegemoet ...

(8) Openbaring 22:20.
Hij, die deze dingen getuigt (= Jezus, AvdS), zegt: Ja, Ik kom spoedig. Amen, kom, Heer Jezus!