Je kent natuurlijk het verhaal van Naäman, de zeer geziene generaal van Syrië. Hij leefde in de tijd van de profeet Elisa. Hij werd ziek, zeer ernstig ziek - melaats - en was ten dode opgeschreven (*).
In zijn huis werkte als slavinnetje een jong Joods meisje. Zij was door Syrische benden uit Israël ontvoerd. Maar... zij had de goede instelling! Zij had een diep geloof in de God van Israël en haatte haar ontvoerders niet, integendeel. Toen zij zag hoe ernstig ziek Naäman was, zocht ze het goede voor hem. Ze raadde hem aan om naar Israël te gaan en daar de profeet te vragen om voor hem te bidden en zo genezing te ontvangen. Hij deed het.
Onze eigen voorwaarden
Met zijn paarden, wagens, rijkdommen en grote gevolg kwam hij aan bij het huis van de profeet. Hij dacht: ‘De profeet zal nu naar buiten komen en vol respect voor mij zijn God aanroepen, zijn hand over de melaatsheid heen en weer bewegen en zo mij genezen.’ Maar... niets van dat alles!
Elisa bleef binnen. Hij liet iemand anders zeggen: ‘Ga maar naar de Jordaan en dompel je daarin zevenmaal onder.’ Dat was alles! Daar stond hij nu! Alsof de rivieren van zijn eigen land niet goed genoeg waren! Geen eerbewijs van een profeet die ervoor zorgde dat diens God zich voor hem inspande. Hij was woedend, voelde zich vernederd en wilde naar huis! Maar zijn dienaren hielden van hem. Ze wisten hem te overreden.
God gebruikte hen en de profeet, om Naäman iets te leren. Zoals ook wij soms iets moeten leren. Om namelijk onze eigen voorwaarden op te geven en Gods handelen in ons leven te aanvaarden (1), waar ons dat ook brengt. Om ons dus aan Hem over te geven en Hem te vertrouwen temidden van onze omstandigheden en vragen (2). Waarom? Omdat we alleen dan rust krijgen (3) en Gods antwoord voor ons kunnen leren zien (4).
De wereld van God
Want alleen wie klein wordt voor God, is geschikt om deel te krijgen aan de wereld van God (5).
De generaal werd genezen, toen hij zich overgaf en de instructies van de profeet opvolgde. Zoals ook wij mogen worden genezen van geestelijke melaatsheid: het besmet zijn met trots en eigenwaan, met ongeloof en eigenwilligheid, wanneer wij ons buigen voor Hem en Hem leren vertrouwen en gehoorzamen. Pas dan zijn wij klaar om Gods wonderen in ons leven te kunnen zien!
|
Uit de Bijbel:
(*) Lees: 2 Koningen 5:1-19.
(1) Matteüs 26:39.
En Hij (=Jezus in de hof van Getsemane - AvdS) ging een weinig verder en Hij wierp zich met het aangezicht ter aarde en bad, zeggende: Mijn Vader, indien het mogelijk is, laat deze beker aan Mij voorbijgaan; doch niet zoals Ik wil, maar zoals U wilt.
(2) Jesaja 30:15.
... Door bekering en rust zouden jullie verlost worden, in stilheid en vertrouwen zou jullie sterkte zijn, ...
(3) Matteüs 11:28-30.
Komt tot Mij, allen, die vermoeid en belast zijt, en Ik zal jullie rust geven; neemt mijn juk op je en leert van Mij...
(4) Efeziërs 1:1822-23.
Paulus schrijft: ‘Ik bid voor jullie,’ opdat de God van onze Heer Jezus Christus, ..., jullie zal geven... verlichte ogen van jullie harten, zodat jullie weten, welke hoop zijn roeping wekt, ...
(5) Marcus 10:15.
... Wie het Koninkrijk van God niet ontvangt als een kind, zal het voorzeker niet binnengaan.
|