Móet ik God liefhebben boven alles? Nee! Ja, als ik onder de Wet leef, dan móet ik. Maar ik leef niet onder de Wet. Want voor mij is er iets anders: echt leven. Maar wat is dat?

God had Israël de Wet gegeven. Als ze die hielden, zouden ze daardoor leven (1). Maar wie kan de Wet volmaakt houden? Daarom kwam Jezus. Hij bracht verlossing van het oordeel van de Wet (2). Door Hem laat God voor wie in Hem gelooft, iets anders gelden: de ‘wet’ van de Geest van het leven (3), ook genoemd: de ‘wet’ van de vrijheid.

Die zegt: ‘Door Jezus is aan de eisen van de Wet voldaan. Hij is gestorven voor jouw zonden en jouw onmacht om die wet te volbrengen (4). Hij heeft je vrijgemaakt! Voortaan mag je leven - echt, eeuwig leven - in de vrijheid van het kind van God zijn (5). Je mag het leven uit de Geest van God leven. Want waar de Geest van de Heer is, is vrijheid! (6)

Vanuit de heerlijkheid

Dat is niet een leven van ‘moeten’, maar een leven van het God (persoonlijk) kennen en het zijn van een nieuw mens (7). Niet een leven van veroordeeld worden, als je fout gaat, maar een leven vanuit vergeving en het kennen en volgen van zijn wil (8).

Voor dat leven belooft God de leiding en kracht van zijn Geest. Die leert mij met God om te gaan en te luisteren naar zijn stem (9). Dit leven wijkt af van elk ander leven.

Hierin regeert niet de Wet, maar Gods genade (10). Die stelt mij in de vrijheid die ik ontvang vanuit de heerlijkheid die er is in de omgang met God (5). Die bewerkt in mij ook die grote wens: dagelijks dichtbij Jezus zijn, zonder dat er iets tussen Hem en mij in komt.

Oneindig ver

Mijn oog is dan niet meer op een wet, maar op Jezus gericht, die in zijn lichaam de Wet op het kruis heeft gebracht (11). En mijn oor is gericht op de stem van de Heilige Geest, die mij het leven door de Geest leert te leven (12).

Om dat leven te kunnen leven, heeft God door zijn Geest zijn liefde uitgestort in mijn hart (13). Die maakt dat Hij mij boven alles gaat. Dat ik steeds meer naar Hem verlang. Die liefde gaat oneindig ver uit boven mijn eigen, menselijke liefde en boven wat de Wet van mij kan verlangen. Zijn liefde in mij leert mij het echte leven leven, het eeuwige leven.

Uit de Bijbel: