Het hele Evangelie kun je samenvatten in drie woorden: God leren kennen. Jezus zegt: Dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus, die U gezonden hebt (1). Jezus kennen en God kennen is eeuwig leven.
‘God kennen’ gaat heel ver. Verder dan voor eeuwig gered zijn. Je bent gered, wanneer je Jezus hebt aangenomen als je Heer en Redder (2). Maar God heeft meer voor ons. Hij wil dat we Hem leren kennen, persoonlijk leren kennen, met Hem een relatie krijgen. Een relatie met alle eigenschappen ervan: omgang met elkaar, wederzijds vertrouwen, wederzijdse liefde. Een relatie zoals Jezus had met zijn Vader.
Onze zekerheid
Toen God zich in de woestijn openbaarde aan Israël, noemde Hij zich: IK BEN die Ik ben (3). Dat is: Ik ben er en Ik besta in Mijzelf. Maar in die naam zegt God ook: ‘Ik ben er voor jou.’ Zoals Jezus tegen zijn discipelen zei, toen Hij naar de hemel ging: IK BEN met jullie al de dagen tot aan de voleinding van de wereld (4). Daarmee toonde Hij Godzelf te zijn en sprak Hij uit dat de kracht van Gods naam die met Israël was, ook met hen zou zijn.
Tomas zag dat! Toen Jezus zich na zijn opstanding aan hem openbaarde en hij Jezus als de Levende zag, was zijn spontane reactie: Mijn Heer en mijn God! (5)
God gaf Jezus, om ons te tonen hoe dicht Hij bij ons is. Hoezeer Hij wil dat we Hem persoonlijk leren kennen. En hoe graag Hij voor ons de eerste, de grootste, de belangrijkste, de meest geliefde en onze zekerheid wil zijn! Door Jezus kan dat!
Niet alleen voor Petrus
Door Hem is God onze zekerheid dat, wat er ook gebeurt, Hij ons nooit zal verlaten (6). Zelfs als wij ten val zouden komen, zelfs als wij Hem voor een tijd uit het oog zouden verliezen of teleurgesteld zouden zijn, blijft Hij dezelfde (7). We mogen bij Hem terugkomen, altijd. We mogen tegenover Hem onze vragen en teleurstellingen uiten. Ook de teleurstellingen over onszelf.
Zijn houding is: Petrus, heb je Mij lief? (8) Jezus maakte zelf contact met Petrus, toen die erover treurde, dat hij Jezus had verloochend, en hij zich geen raad wist. Jezus bleef mét hem. Hij ging dat probleem niet uit de weg, maar toonde hem hoe zijn hart naar hem uitging, hoeveel Hij van hem was blijven houden.
En dat geldt niet alleen voor Petrus!
|
Uit de Bijbel:
(1) Johannes 17:3.
Dit nu is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus, die U gezonden hebt.
(2) Handelingen 2:38-40.
... Bekeert u en een ieder van u late zich dopen op de naam van Jezus Christus, tot vergeving van uw zonden, ... Laat u behouden uit dit verkeerde geslacht.
(3) Exodus 3:13-14.
... Maar wanneer ik bij de Israëlieten kom en hun zeg: De God van uw vaderen heeft mij tot u gezonden, en zij mij vragen: hoe is zijn naam - wat moet ik hun dan antwoorden? Toen zei God tot Mozes: IK BEN, DIE IK BEN.
(4) Matteüs 28:20.
... IK BEN met jullie al de dagen tot aan de voleinding van de wereld.
(5) Johannes 20:28.
Tomas antwoordde ...: Mijn Heer en mijn God!
(6) Hebreeën 13:5.
... Hij heeft gezegd: Ik zal u geenszins begeven, Ik zal u geenszins verlaten.
(7) Jesaja 43:11-13.
... jullie zijn immers mijn getuigen, ..., en Ik ben God. Ook voortaan ben Ik dezelfde ...
Hebreeën 13:8.
Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde en tot in eeuwigheid.
(8) Johannes 21:17.
Hij zei voor de derde maal tegen hem: Simon, ..., heb je Mij lief? ...
|