Wat God in mijn leven doet, doet Hij uit liefde. En bij alles wat Hij voor mij bedoelt, is er uiteindelijk één ding dat bovenaan staat: Hij wil dat ik behouden zal zijn (1). Leg dat niet alleen uit in de zin van: gered zijn. Behouden-zijn is namelijk veel meer!

Wat God - naast mijn redding - voor mij beoogt, is: de volmaaktheid, een volheid van leven, onttrokken zijn aan alle vergankelijkheid, zwakheid en onvolmaaktheid (2). Hij wil dat ik nu het doel van mijn leven bereik en straks zijn einddoel voor mij in de eeuwigheid. Dat zit allemaal in het ‘behouden-zijn’.

Beeld dat we kennen

Vaak denken we: ‘Waarom gebeurt dit of dat?’ of: ‘Waarom moet ik dit meemaken?’ Het antwoord is: In Gods handen wordt elk negatief ding omgevormd tot iets positiefs (3). Elk ding moet meewerken aan dat ene doel: dat ik behouden zal zijn.

Want de nood kan hoog zijn. Dan weten we geen raad. We vragen ons af: ‘Hoe kom ik hieruit?’ Het oude lied antwoordt: ‘Als g’in nood gezeten, geen uitkomst ziet, wil dan nooit vergeten: God verlaat u niet!’ (4)

De inwoners van Jerusalem waren in grote nood, toen ze werden aangevallen door machtige Assyrische legers. Dat is een beeld dat we kennen. Dan kijk je naar alle kanten en je vraagt je af: ‘Hoe moet ik hieruit komen?’ De Jerusalemmers deden dat ook. Ze keken om zich heen naar de bergen die rondom de stad liggen: komt er van over de toppen nog geen leger, om ons te redden? (5) Maar zo’n leger bestond toen niet. Hoewel ...

Zijn al-macht tonen

Op één leger mochten ze rekenen. Een oppermachtig leger: het leger van God. Eén engel uit dat leger bleek voldoende om een eclatante overwinning te behalen (6). Want God is de Al-machtige. Geen vijand, geen situatie, geen tegenslag kan mij overwinnen, als de Al-machtige naast mij staat. Ik kom erdoor heen. Ik wórd niet overwonnen, maar ben zelf de overwinnaar... met Hem.

God wil mij leren om erop te vertrouwen, dat Hij niet zal toelaten dat de moeilijkheden mij ten val brengen, mij eronder krijgen (7), maar dat Hij zijn al-macht zal tonen. Jezus zei: Je geloof heeft je behouden (8). Dat is: door je geloof in Mij heeft Gods hulp jou kunnen bereiken.

Daarom wil ik belijden: Mijn hulp is van de HEER die hemel en aarde gemaakt heeft (9). 

Uit de Bijbel: 

(1) 2 Tessalonicenzen 2:13.
... wij behoren God te allen tijde om u te danken ... dat God u als eerstelingen zich verkoren heeft tot behoudenis.

(2) 1 Korintiërs 13:10.
Doch, als het volmaakte komt, zal het onvolkomene afgedaan hebben.

(3) Romeinen 8:28.
Wij weten nu, dat [God] alle dingen doet meewerken ten goede voor hen, die God liefhebben, ...

(4) Hebreeën 13:5.
... Hij heeft gezegd: Ik zal je geenszins begeven, Ik zal je geenszins verlaten.

(5) Psalm 121:1.
... Ik hef mijn ogen op naar de bergen: vanwaar zal mijn hulp komen?

(6) 2 Koningen 19:35.
In die nacht ging de Engel van de HEER uit en sloeg in het leger van Assur honderdvijfentachtigduizend man. Toen men vroeg in de morgen opstond, zie, zij allen waren lijken.

(7) Psalm 121:3.
Hij zal niet toelaten, dat uw voet wankelt.

(8) Matteüs 9:22.
... Jezus keerde zich om, zag haar en zei: ... Je geloof heeft je behouden ...

(9) Psalm 121:2.
Mijn hulp is van de HEER, die hemel en aarde gemaakt heeft.