Je kunt zo verrast worden door dingen die God in zijn Woord heeft laten optekenen. Soms begrijpen we er niet direct de draagwijdte van, maar Gods Geest helpt ons. Denk aan de woorden over Gods berouw van de vorige keer (*). De brief aan de Hebreeën bevat nog zo’n indrukwekkend Woord - een echte openbaring.

Daar staat dat God beloofde: ... Nog eenmaal zal Ik niet alleen de aarde, maar ook de hemel doen beven (1). Je leest er zó aan voorbij. Maar het is de aankondiging van een gebeurtenis met gevolgen tot zelfs in de hemel.

Gods berouw over het maken van de mens had al enorme gevolgen, maar leidde voor ons door Gods genade uiteindelijk ten goede. Deze tekst gaat echter nog een stap verder.

Een verandering van de wankele dingen

Die vergelijkt Gods ontzagwekkende optreden tegenover Israël op de berg Sinaï met wat wij straks zullen zien gebeuren. Die machtige berg beefde en schudde en stond in rook en vuur en God sprak van daaruit met hoorbare stem (2). De mensen konden het niet verdragen. En zó ontzaglijk was het verschijnsel, dat (zelfs) Mozes zei: Ik ben enkel vreze en beving (3).

‘Maar,’ zegt de Hebreeën-schrijver, ‘wat komt, is nog veel ingrijpender. Toen liet zijn stem alleen de aarde wankelen. Maar eenmaal zal Hij niet alleen de aarde, maar ook de hemel laten beven’ (1).

Die beving omvat dus de totale schepping. De aarde, het zichtbare, én de hemel, de onzichtbare wereld, zullen geschud worden. Er zal schoonschip worden gemaakt. De Hebreeën-schrijver noemt dat: ... een verandering van de wankele dingen, ... Hij zegt dat dit móet gebeuren, ... opdat zal blijven wat niet wankel is (4).

Wat blijft

Alles is wankel, behalve God zelf en zijn Woord en Geest. Én ieder aan wie God eeuwig leven heeft gegeven om zijn geloof in Jezus (5). Die Jezus heeft aanvaard als zijn Redder en Heer! Wiens oude ‘ik’ in de doop is ondergegaan in het watergraf en die daaruit is opgestaan in een nieuw leven (6). Een onwankelbaar, onvernietigbaar leven (7), het leven uit God.

Echter, tot die geschapen, wankele dingen behoren ook de satan en zijn rijk en de dood en het dodenrijk. Ook die kunnen niet blijven bestaan bij de gloed van het vuur dat al brandde op de Sinaï en dat eeuwig is. Dat verterende vuur is God zelf (8). Zij zullen na deze ‘beving’ nooit meer gevonden worden (9). Wat blijft, is wie echt leven heeft, het eeuwige, onwankelbare leven uit God.

Laten wij daarom, zegt de Hebreeën-schrijver, ... dankbaar zijn en hierdoor God vereren op een Hem welbehagelijke wijze met eerbied en ontzag, ... (10). 

  Print deze boodschap hier uit ...   

Uit de Bijbel:

(*) Zie: ‘Gods berouw veranderde alles voor ons’.

(1) Hebreeën 12:26.
Toen heeft zijn stem de aarde doen wankelen, doch thans heeft Hij een belofte gegeven, ...: Nog eenmaal zal Ik niet slechts de aarde, maar ook de hemel doen beven.

(2) Exodus 19:17-19.
En het geschiedde op de derde dag, ..., dat er donderslagen en bliksemstralen en een zware wolk op de berg waren en zeer sterk bazuingeschal, zodat al het volk dat in de legerplaats was, beefde. ... En de berg Sinai stond geheel in rook, omdat de HEER daarop neerdaalde in vuur; de rook daarvan steeg op als de rook van een oven, en de gehele berg beefde zeer ... en God antwoordde hem (= Mozes - AvdS) in de donder.

(3) Hebreeën 12:21.
... zó ontzaglijk was het verschijnsel, dat Mozes zei: Ik ben enkel vreze en beving.

(4) Hebreeën 12:27.
Dit ‘nog eenmaal’ doelt op een verandering van de wankele dingen als van iets, dat slechts geschapen is, opdat zal blijven, wat niet wankel is.

(5) Johannes 3:36.
Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven; ....

(6) Romeinen 6:4.
Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood, opdat, zoals Christus uit de doden opgewekt is door de majesteit van de Vader, zo ook wij in nieuwheid van leven zouden wandelen.

(7) Hebreeën 7:15-16.
... nog veel duidelijker wordt het, als naar het evenbeeld van Melchisedek een andere priester opstaat (= Jezus - AvdS), die dit ... geworden is ... krachtens een onvernietigbaar leven.

(8) Hebreeën 12:29.
... onze God is een verterend vuur.

(9) Ezechiël 28:19.
Allen die onder de volken u (= als beschuttende engel die tot satan werd - AvdS) kennen, ontzetten zich over u; een verschrikking bent u geworden, verdwenen bent u - voor altijd!

(10) Hebreeën 12:28.
Laten wij daarom, omdat wij een onwankelbaar Koninkrijk ontvangen, dankbaar zijn en hierdoor God vereren op een Hem welbehagelijke wijze met eerbied en ontzag.