Het zijn bewogen woorden, die profetische woorden (*), die Jeremia namens God tot Israël sprak: ... Ik heb jullie liefgehad met eeuwige liefde, daarom heb Ik jullie getrokken in goedertierenheid (Jeremia 31:3). In Jezus werden ze al werkelijkheid. Voor Israël en ook voor ons (1). Maar... de vervulling ervan gaat nog veel verder. God is op weg. Met ons en met Israël. Er gaat nog meer gebeuren.
Eerst lees je, vlak daarvoor, die geladen woorden van de profeet over de volken. Hij zegt: Zie, een stormwind van de HEER, gramschap vaart uit, een (alles) meesleurende storm! Op het hoofd van de goddelozen zal hij neerkomen (Jeremia 30:23).
Daarop begint het vandaag al aardig te lijken, denk je. Als je ziet hoe steeds meer volken worden meegesleurd in stromen van geweld, oorlog en oorlogsspanningen. En hoe het nu met Israël moet, dat zo naar vrede snakt, is dan een grote vraag. ‘Heer Jezus, kom spoedig!’ (2)
Maar het gaat nu even niet over deze problemen. Er is iets wat ons hier bovenal raakt.
De betekenis van de huidige gebeurtenissen
Om zijn zonden en afkerigheid werd Israël verspreid onder de volken. Maar door Jeremia had God hier profetisch beloofd: ... Het volk van de ontkomenen aan het zwaard - Israël - vond genade in de woestijn ... (Jeremia 31:2a). In de woestijn van het verstrooid-zijn onder de volkeren zou God het genade bewijzen. Dat gebeurde!
Jeremia zegt erbij: Van ver is de HEER mij verschenen (Jeremia 31:3) - ‘wat God zal doen, ligt nog ver weg.’ Maar inmiddels is het heel dichtbij gekomen. In zijn goedertierenheid en liefde voor zijn volk, heeft Hij het al naar zijn land toegetrokken. Nog steeds zijn daarin ‘jagers en vissers’ actief (3). En in diezelfde goedertierenheid en liefde is Hij nu bezig om het ook naar Zichzelf toe te trekken. Met een doel!
Jeremia ziet dat doel: Israël, op weg naar zijn rust, zegt hij (Jeremia 31:2b). Dat is het! Alle gebeurtenissen van deze dagen zijn geboorteweeën. Sinds de dagen van Mozes in de woestijn is Israël nog steeds op weg naar de rust, waarin God hen wilde brengen (4). En die weeën zullen ertoe leiden, dat Israël die rust zal ingaan. Dit is de betekenis van de huidige gebeurtenissen. Israël zal zijn God ontmoeten! (5)
God blijft je trouw!
Er was heel wat voor nodig om het zover te krijgen, dat het naar zijn land terugkeerde. En er lijkt ook nog wel wat nodig om het ertoe te brengen, terug te keren naar zijn God. Maar wanneer dat gebeurt, zal blijken hoe profetisch Jeremia’s woorden waren. Want de rust waarover hij sprak, is de rust van Gods Koninkrijk dat komt (6). Daarheen zijn zij op weg. Net als wij.
En wat ons nu raakt, is de reden waarom dit alles gebeurt: Ik heb je liefgehad met eeuwige liefde! zegt God. Hij kan zijn volk maar niet vergeten! (7) Dat is de motivatie voor zijn omgang met Israël. En met ons! Die wekt in ons de zekerheid, dat ook wij zijn doel voor ons zullen bereiken (8). Omdat zijn liefde onvergankelijk is: het is een eeuwige liefde. Zelfs het kwaad van deze dagen kan die niet tegenhouden.
Integendeel, God blijft je trouw (9): Ik heb je liefgehad met eeuwige liefde!
Print hier uit ...
|
Uit de Bijbel:
(*) Lees: Jeremia 30:23-31:6.
(1) Johannes 3:16.
... zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren zal gaan, maar eeuwig leven zal hebben.
(2) Openbaring 22:20.
Hij, die deze dingen getuigt (= Jezus - AvdS), zegt: Ja, Ik kom spoedig. Amen, kom, Heer Jezus!
(3) Jeremia 16:14-16.
... Ik zal hen terugbrengen in het land dat Ik aan hun vaderen gegeven had. Zie, Ik ontbied vele vissers, ..., die hen zullen opvissen, en daarna zal Ik vele jagers ontbieden, die hen zullen opjagen van elke berg en elke heuvel, ...
(4) Hebreeën 4:8.
Want indien Jozua hen in de rust gebracht had, zou Hij niet (meer) over een andere, latere dag gesproken hebben.
(5) Zacharia 12:10; 14:4.
... Zij zullen Hem aanschouwen, die zij doorstoken hebben... Zijn voeten zullen te dien dage staan op de Olijfberg, die vóór Jerusalem ligt, aan de oostzijde; ...
(6) Hebreeën 4:9.
Er blijft dus een sabbatsrust voor het volk van God.
(7) Jeremia 31:20.
Is Efraïm (= een andere naam voor Israël - AvdS) voor Mij een lievelingszoon, een troetelkind, dat Ik, zo vaak Ik over hem spreek, gedurig weer aan hem denken moet? Daarom is mijn binnenste over hem ontroerd, Ik zal Mij zeker over hem ontfermen, luidt het woord van de HEER.
(8) 2 Timoteüs 4:18.
De Heer zal mij beveiligen tegen alle boos opzet en behouden in zijn hemels Koninkrijk brengen.
(9) 2 Timotheüs 2:13.
... Hij blijft getrouw, want zichzelf verloochenen kan Hij niet.
|