We kennen wel die gebeurtenis uit Handelingen, waarbij Petrus en Johannes een verlamde man genazen die bij de tempelpoort zat te bedelen. En ook de woorden waarmee Petrus inging op zijn bedelroep: Zilver en goud bezit ik niet, maar wat ik heb, geef ik u; in de naam van Jezus Christus, ..., wandel! En hij liep... (1) Wat ik heb, geef ik je!
Over deze woorden is al veel gepreekt. Geen wonder, deze gebeurtenis wijst ons een weg!
Want Petrus en Johannes en ook de andere apostelen moeten talloze malen die plek gepasseerd zijn. En altijd had die man daar gezeten. Hoe komt het, dat het wel leek, alsof ze hem nu pas zagen? Uit de Bijbel hebben we toch geleerd dat we de dingen mogen doen die Jezus deed (2). Dat Hij daartoe zelfs opdracht gaf (3).
Het leven uit de Geest
Waarom de ene keer wel en de andere niet? Waarom genas ook Jezus niet iedereen? De reden daarvoor is dat Jezus en de apostelen een bepaald principe volgden. Het principe dat een christen het leven uit God leeft. Hij wordt geleid door de Heilige Geest (4). Althans, zo bedoelt God het.
Daarom gaan ook wij niet zomaar een ziekenhuis binnen, om daar even alle zieken te genezen. We kunnen de dingen van God alleen doen, als Hijzelf daarin is. Dat gold zelfs voor Jezus. Hij zei: ... de Zoon kan niets doen van Zichzelf, of Hij moet het de Vader zien doen; ... (5).
Zo konden ook Petrus en Johannes pas op de nood van deze man reageren, toen God hun liet zien wat Hij hier ging doen. Zo kunnen ook wij wel allerlei dingen om ons heen opmerken, maar daarin ligt op zichzelf nog geen opdracht van God.
Wat Hij ons wil leren, is: te onderscheiden welk werk Híj bezig is te doen. Wat spreekt de Heilige Geest, wat is zijn leiding? Dit behoort tot het leven uit de Geest. Het maakt ons één met Jezus (6).
Leven in de rust van God
Geleid door de Heilige Geest, konden Petrus en Johannes deze man helpen. Zij waren in de rust over alle nood om hen heen. Die werd pas hún zaak op het moment, dat zij zagen wat God bezig was te doen, en dat zij de uitdelers daarvan mochten zijn.
Leven uit God is leven in de rust van God. Ook als we op andere manieren uitdelers mogen zijn van zijn liefde en genade. De vraag is steeds: ‘Zie ik dat God mij iets laat doen?’ (7) Zo niet, dan mogen we voorbijgaan, zoals Petrus en Johannes. Want je kijkt niet naar mensen of omstandigheden, maar je let op zijn leiding. Daarom zeg ik: ‘Wat ik heb, geef ik je! Wees door dit woord gezegend in Jezus’ naam!’
Print deze boodschap hier uit ...
|
Uit de Bijbel:
(1) Handelingen 3:6-8.
Maar Petrus zei: Zilver en goud bezit ik niet, maar wat ik heb, geef ik u; in de naam van Jezus Christus, de Nazoreeër: Wandel!
(2) Johannes 14:12.
Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, wie in Mij gelooft, de werken, die Ik doe, zal hij ook doen, ...
(3) Marcus 16:17-18.
Als tekenen zullen deze dingen de gelovigen volgen: ... op zieken zullen zij de handen leggen en zij zullen genezen worden.
(4) Galaten 5:16.
... wandelt door de Geest.
(5) Johannes 5:19.
Jezus ... zei tegen hen: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg jullie, de Zoon kan niets doen van Zichzelf, of Hij moet het de Vader zien doen; ...
(6) Johannes 14:18-20.
Ik zal jullie niet als wezen achterlaten. Ik kom tot jullie (= in de persoon van de Heilige Geest - AvdS). Te dien dage zullen jullie weten, dat Ik in mijn Vader ben en jullie in Mij en Ik in jullie.
(7) Johannes 14:10.
... De woorden, die Ik tot jullie spreek, zeg Ik uit Mijzelf niet; maar de Vader, ..., doet (daarin door Mij - AvdS) zijn werken.
|