In Gods Woord ligt Gods hart. En toch, dit meest kostbare dat Hij heeft, stuurde Hij naar de aarde. Om tussen ons te wonen en tenslotte voor ons te sterven. Om de eeuwige scheiding tussen God en ons teniet te doen. Zo vurig verlangt God naar ons.
In deze dagen herdenken we dat lijden en sterven van Jezus en zijn opstanding. We herdenken het en vieren het en we eren Hem erom.
Tegelijk realiseren we ons hoe onmogelijk het voor ons is, om te begrijpen hoeveel dit offer God heeft gekost. Om zijn zo zeer geliefde Zoon voor ons over te geven aan het oordeel dat anders over ons zou komen. Want niet alleen Jézus’ lijden was zo onnoemelijk groot. In zijn lijden leed ook de Vader.
Wat moest gebeuren
Hoe groot zijn lijden was, kunnen we misschien een klein beetje herkennen aan de geschiedenis van Abraham, toen hij zijn zoon Isaak moest gaan offeren op de berg Moria (1).
Tientallen jaren had hij op die zoon gewacht, als vervulling van Gods belofte. En nu die vurig verlangde zoon er was, moest hij hem offeren. Als een offerlam. Deze vreselijke daad te moeten uitvoeren, kostte hem alles. Maar ze gingen op weg, hij en Isaak.
De jongen droeg het hout voor het offer, zoals Jezus het kruis droeg waaraan Híj zou sterven (2). En Abraham droeg het vuur en het mes, zoals God het vuur van zijn oordeel over de zonde en het mes van het lijden dat zijn Zoon zou laten sterven. Zo gingen die beiden tezamen (3), Abraham en zijn zoon Isaak, de Vader en zijn Zoon Jezus. En zij volbrachten wat moest gebeuren.
Rechten ongedaan gemaakt
Uiteindelijk bleef Isaak gespaard: een ram nam zijn plaats in (4). Voor het sterven van Jezus was er geen plaatsvervanging. Hij was zelf het ultieme offer, dat redding voor de wereld bracht (5).
Nu herdenken we op Goede Vrijdag zijn offer en vieren we met Pasen zijn opstanding. Zoals Isaak als het ware opstond uit een wisse dood, zo stond Hij op uit de echte dood. Die kon Hem niet vasthouden. Ons ook niet. Door het kruis deed Jezus de rechten van de dood op ons teniet (6). Wij mogen leven! En er is nog een gevolg.
De ene vader werd door zijn zoon tot een groot volk: Israël. De andere Vader ziet de nakomelingen van zíjn Zoon (7) uitgroeien tot een schare die niemand tellen kan (8) en die de aarde zal beërven.
Print deze boodschap hier uit ...
|
Uit de Bijbel:
(1) Genesis 22:1-3.
... En Hij (= God - AvdS) zei: Neem toch je zoon, je enige, die je liefhebt, Isaak, en ga naar het land Moria, en offer hem daar tot een brandoffer ...
(2) Johannes 19:16b-18.
Zij ... namen Jezus, en Hij, zelf zijn kruis dragende, ging naar ... Golgota, waar zij Hem kruisigden ...
(3) Genesis 22:6.
... Zo gingen die beiden tezamen.
(4) Genesis 22:12-13.
... doe hem niets, want nu weet Ik, dat je ... je zoon, je enige, Mij niet hebt onthouden. Toen ... zag hij een ram achter zich, met zijn horens verward in het struikgewas. En Abraham ging en nam die ram en offerde hem ten brandoffer in plaats van zijn zoon.
(5) Johannes 1:29.
De volgende dag zag hij (= Johannes de Doper - AvdS) Jezus naar zich toe komen en zei: Zie, het lam van God, dat de zonde van de wereld wegneemt.
(6) Kolossenzen 2:13-14.
Ook jullie heeft Hij, ..., levend gemaakt met Hem, toen Hij ons al onze overtredingen kwijtschold, door het bewijsstuk (de Wet - AvdS) uit te wissen, dat door zijn inzettingen tegen ons getuigde en ons bedreigde ...
(7) Jesaja 53:10.
Wanneer hij zichzelf ten schuldoffer gesteld zal hebben, zal hij nakomelingen zien ... en het voornemen van de HEER (= Gods plan met de wereld - AvdS) zal door zijn hand voortgang hebben.
(8) Openbaring 7:9.
Daarna zag ik ... een grote schare, die niemand tellen kon, uit alle volk en stammen en natiën en talen stonden voor de troon en voor het Lam, bekleed met witte gewaden ...
|