Er zijn van die momenten, dat het goed is, even terug te keren naar de wortels van je geloof: hoe was het ook weer, waarop is het gebaseerd en wat is de kern ervan? Wat zijn dus ook de wortels van je leven met God, van je relatie met Hem? De Bijbel is daarover duidelijk.
God zegt door Johannes: ... allen, die Hem (= Jezus) aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven om kinderen van God te worden, hun, die in zijn naam geloven ... (1). Wie Jezus heeft aangenomen, voor wie Hij de Zoon van God is, die heeft Hij rechten gegeven. Daar begint het mee.
Johannes zegt zelfs: ‘Die heeft van Jezus macht - ‘autoriteit’, staat er eigenlijk - gekregen.’ De bevoegdheid namelijk om een kind van God te zíjn en te wórden. Daarmee hebben we direct al het antwoord op de vraag waarmee het allemaal begint: ‘Ben ik een kind van God?’
Ja, dat ben ik! Door geloof in Jezus! Dat is zijn plaats voor mij bij God. En aan dat kind van God zijn, is een tweede ‘bevoegdheid’ verbonden: het recht, een kind van God te wórden.
God heeft de oplossing
Dit klinkt misschien vreemd, maar toch, ‘kinderen van God’ genoemd worden, wil niet zeggen dat we daarmee in één klap ook andere, nieuwe mensen zíjn. Daarvoor moet er veel met ons gebeuren. En dit is nu wat Johannes zegt: ons geloof in Jezus geeft ons het recht, ook daadwerkelijk kinderen van God te wórden. Kinderen die op hun Vader en op hun oudste broer Jezus lijken (2).
Vanuit onszelf, onze natuur, bereiken we dit nooit en zijn we met Adam verbonden. Maar God heeft de oplossing. Jezus’ offer maakt ons los van Adam. En op ons gebed zendt Hij zijn Geest uit in ons hart. Die vervult ons en onderwijst, verandert en vernieuwt ons (3). Zelfs onplezierige dingen laat Hij eraan meewerken (4), ons geduldig te maken, verdraagzaam, liefhebbend, ook waar dit vroeger niet zo was.
Hij maakt dat Jezus ons tenslotte als daadwerkelijke kinderen van God kan binnenbrengen in het vaderhuis met de vele woningen (5). Doordat God ons niet alleen ziet als zijn kinderen, maar we het in de werkelijkheid ook zijn geworden. Want je wordt wie je bent, als God met je aan de slag gaat. Dat is zijn belofte! Hierin ligt onze levensgeschiedenis.
En dan komt Petrus!
Want kind van God worden, is een weg die God met ons gaat. Langs die weg brengt Hij ons voor Jezus’ troon. Om daar beloond te worden voor wie we vandaag als kinderen van God voor Hem zijn! (6)
Dat houden we vast! We gaan voort op die weg naar dat grote moment van onze vereniging met Hem. En naar het moment van de glorie, als Hij ons als kinderen van de Vader binnen zal leiden in zijn heerlijkheid. Om wat Hij-zelf voor ons heeft gedaan! (7)
En dan komt Petrus! Maar daarover een volgende keer.
Print hier uit ...
|
Uit de Bijbel:
(1) Johannes 1:12.
... allen, die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij (= Jezus - AvdS) macht gegeven om kinderen van God te worden, hun, die in zijn naam geloven; ....
(2) Hebreeën 2:11 - 12a.
... Hij die heiligt (= Jezus - AvdS), en zij, die geheiligd worden (= wij - AvdS), zijn allen uit één (= uit de Vader - AvdS); daarom schaamt Hij (= Jezus - AvdS) zich niet hen (= ons - AvdS) broers te noemen, en Hij zegt: Uw naam zal ik aan mijn broers verkondigen, ...
Kolossenzen 3:9-10.
Liegt niet meer tegen elkaar, daar jullie de oude mens met zijn praktijken afgelegd, en de nieuwe aangedaan hebt, die vernieuwd wordt tot volle kennis naar het beeld van zijn Schepper.
(3) Titus 3:4-6.
Maar toen de goedertierenheid en mensenliefde van onze Heiland (en) God verscheen, heeft Hij ... ons gered door het bad van de wedergeboorte en van de vernieuwing door de Heilige Geest, die Hij rijkelijk over ons heeft uitgestort door Jezus Christus, onze Heiland.
(4) 2 Korintiërs 4:16-17.
... al vervalt ook onze uiterlijke mens, nochtans wordt de innerlijke van dag tot dag vernieuwd. Want de lichte last van de verdrukking van een ogenblik bewerkt voor ons een alles verre te boven gaand eeuwig gewicht van heerlijkheid.
(5) Johannes 14:2-3.
In het huis van mijn Vader zijn vele woningen ... en wanneer Ik heengegaan ben en voor jullie plaats bereid heb, kom Ik terug en zal jullie bij Mij nemen, opdat ook jullie mogen zijn, waar Ik ben.
(6) Openbaring 22:12.
Zie, Ik kom spoedig en mijn loon is bij Mij om een ieder te vergelden, naardat zijn werk (= zijn daden, zijn leven - AvdS) is.
(7) Hebreeën 2:10.
Want het voegde (= het paste - AvdS) Hem ... (= God - AvdS), dat Hij, om vele zonen tot heerlijkheid te brengen, de Leidsman van hun behoudenis (= Jezus - AvdS) door lijden heen zou volmaken.
|