Sommige mensen in de Bijbel spreken je bijzonder aan. Eén van de eerste mensen uit het begin, Henoch, is voor mij zo iemand. Het paradijs was opgetrokken in de hemel (1). De aarde bracht dorens en distels voort. En de verhoudingen onder de mensen waren verstoord. Je wilt terug! Datgene terug wat je hebt verloren.
Je wilt terug naar je oorsprong. Én naar het paradijs, waarvoor je bestemd bent (2). En wat doe je dan?
Temidden van al die namen uit het geslacht van godvrezende mannen uit het begin van het bestaan van de aarde lees je dan ineens: En Henoch wandelde met God, en hij was niet meer, want God had hem opgenomen (3).
Ineens was hij er niet meer! De mensen keken om zich heen, maar... geen Henoch! Klopt, God had in hun leven ingegrepen en Henoch thuisgehaald. Thuis in het paradijs. Waarvoor hij bestemd was. Terug bij zijn oorsprong én bestemming.
Ons leven stellen we erop in
Willen we onze bestemming bereiken, dan moeten we terug naar onze oorsprong. Naar God, voor wie we zijn geschapen. Terug naar een leven úit Hem en een wandel mét Hem. Om zijn metgezel te zijn (4). Zoals Jezus’ discipelen ‘thuiskwamen’, toen Hij hen uitkoos, om voortaan altijd bij Hem te zijn.
Ook ons heeft Jezus daarvoor uitgekozen. Als zijn discipelen mogen we dagelijks omgang met Hem hebben en uiteindelijk met Hem thuiskomen. Daar waar onze oorsprong ligt, in het paradijs (5). Jullie heb Ik vrienden genoemd, zei Hij (6). Daarom zoeken we ernaar, hóe we als zijn ‘vrienden’ met Hem kunnen wandelen.
We luisteren naar Hem, lezen in de Bijbel over Hem en willen Hem beter leren kennen. We bidden tot Hem en nemen de tijd om met Hem samen te zijn. We aanbidden Hem. En ons leven stellen we erop in, om het voor Hem te leven. Zodat Hij vreugde in ons heeft (4).
Meemaken wat Henoch meemaakte
Begrijpt iedereen dat? Nee! Mijn gedicht ‘Henoch’ zegt:
De deuren gingen open,
de deuren gingen weer dicht.
Ze zagen hem wel voorbijgaan,
maar ze zagen niet het licht. (*)
‘O, het is Henoch, laat maar gaan! Die snap je toch niet!’ Logisch: Alleen in uw licht zien wij het licht! Je kunt het licht van God in iemands leven alleen onderscheiden, als ook je eigen hart in het licht is (7).
Is zo’n leven van wandelen met God altijd gemakkelijk? Nee, maar je zult wel meemaken wat Henoch meemaakte. Je zult worden opgenomen. Je gaat terug, naar het paradijs, letterlijk! (8)
Print hier uit ...
|
Uit de Bijbel:
(1) 2 Korintiërs 12:2-4.
Ik weet van een mens in Christus, ... dat die persoon weggevoerd werd tot in de derde hemel ... dat hij weggevoerd werd naar het paradijs ...
(2) Genesis 2:8.
Voorts plantte de HEER God een hof in Eden, in het Oosten (= het paradijs - AvdS), en Hij plaatste daar de mens, die Hij geformeerd had.
(3) Genesis 5:23-24.
Zo waren al de dagen van Henoch driehonderd vijfenzestig jaar. En Henoch wandelde met God, en hij was niet meer, want God had hem opgenomen.
(4) Psalm 45:8.
... daarom heeft, o God, uw God u gezalfd met vreugdeolie boven uw metgezellen.
(5) Lucas 23:43.
En Hij (= Jezus - AvdS) zei tegen hem (= de gekruisigde misdadiger naast Hem - AvdS): Voorwaar, Ik zeg je, heden zul je met Mij in het paradijs zijn.
(6) Johannes 15:15.
... jullie heb Ik vrienden genoemd, omdat Ik alles, wat Ik van mijn Vader gehoord heb, aan jullie heb bekend gemaakt.
(*) Zie bundel ‘Klopsignalen van een hart’, pag. 8, ‘Henoch’ (klik op de link).
(7) Psalm 36:10b.
... in uw licht zien wij het licht.
(8) 1 Tessalonicenzen 4:15-17.
... daarna zullen wij ... op de wolken in een oogwenk weggevoerd worden, de Heer tegemoet in de lucht, en zó zullen wij altijd met de Heer wezen.
Openbaring 2:7.
Wie overwint, hem zal Ik geven te eten van de boom van het leven, die in het paradijs van God is.
|