Wie gelooft in Jezus, heeft eeuwig leven (1). Dit zegt niet alleen dat je eeuwig bestaat, maar dat God een ander leven in je heeft gelegd (*), het leven uit God. Echter, niemand op de aarde kan dit leven uit eigen kracht leven. Dit leven dat overeenstemt met Gods karakter en wezen.

Israël was door God bedoeld om een ander volk te zijn, anders dan andere volken. Daarom gaf Hij hun de Wet van Mozes. Als ze zich daaraan zouden houden, zouden ze eeuwig leven hebben (2). Maar ze waren niet in staat om de Wet te volbrengen.

Dit had hen tot de erkenning moeten brengen: we hebben hulp nodig, iemand moet ons redden uit onze onmacht. En we weten: die Iemand kwam! De Wet die leven moest brengen, werd door Jezus volmaakt vervuld, door zelfs voor ons falen te sterven (3). Hij bracht het aan het kruis. Het oude is voorbijgegaan, zie, het nieuwe is gekomen (4), dat nieuwe, eeuwige leven uit Hem, dat Hij ons gaf.

Goede bedoelingen

Het kan nu in ons groeien en te voorschijn komen. We mogen het eeuwige leven léren leven. En dat willen we ook! Daarvoor doen we ons best, toch?

Ja, dáár lopen we in de val! Want dat lukt niet! We blijven maar falen en het lijkt wel of we nooit veranderen. We willen oprecht met Jezus voor God leven en blijven toch maar tegen onze zonden, zwakheden en ons onvermogen aanlopen. Hoe moet dat toch? (5)

Op die vraag heeft God gewacht. We moeten komen op het punt, dat we zeggen: ‘Heer, brengt U dat nieuwe leven in mij tot stand.’ Zodat we Hem niet langer voor de voeten lopen, maar stoppen met dingen te doen uit onze eigen kracht en goede bedoelingen en Hij kan komen met zíjn kracht, de kracht van de Heilige Geest (6).

Meer werkelijkheid

Die vervult ons, spreekt tot ons, wijst ons de weg en maakt ons nieuw. Hij geeft kracht aan onze keuzes, zodat we die kunnen volgen, bewerkt een voor ons begaanbare weg en geeft ons vreugde in het volgen daarvan. Hij kan wat wij niet kunnen (7). We komen dichterbij Jezus en het nieuwe leven uit God wordt meer werkelijkheid in ons.

Aan ons is het, om te bidden dat Hij dit in ons doet. Jakobus zegt: Indien ... iemand van jullie in wijsheid tekortschiet (= in het leven van dat leven uit God) laat hij dan God erom bidden, die aan allen geeft, eenvoudigweg en zonder verwijt; en zij zal hem gegeven worden! (8)

  Print deze boodschap hier uit ... 

Uit de Bijbel:

(1) Johannes 3:36.
Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven; ...

(*) Zie: Het eeuwige leven - wat ís dat eigenlijk? (Leven uit Hem, nr. 002).

(2) Leviticus 18:5.
... jullie zullen mijn inzettingen (= wetten - AvdS) en mijn verordeningen in acht nemen; de mens die ze doet, zal daardoor leven (= eeuwig leven - AvdS) ...

(3) Matteüs 5:17.
Meent niet, dat Ik gekomen ben om de wet of de profeten te ontbinden; Ik ben niet gekomen om te ontbinden, maar om te vervullen.

(4) 2 Korintiërs 5:17.
Zo is dan wie in Christus is (= wie in Hem gelooft - AvdS), een nieuwe schepping: het oude is voorbijgegaan, zie, het nieuwe is gekomen.

(5) Romeinen 7:24.
Ik, ellendig mens! Wie zal mij verlossen uit het lichaam van deze dood (= uit hoe ik van nature ben - AvdS)?

(6) Efeziërs 3:16.
(Ik buig mijn knieën,) opdat Hij jullie zal geven, ..., om met kracht gesterkt te worden door zijn Geest in de inwendige mens.

(7) Efeziërs 3:20-21.
Hem nu, die blijkens de kracht, welke in ons werkt, bij machte is oneindig veel meer te doen dan wij bidden of beseffen, Hem zij de heerlijkheid ...

(8) Jakobus 1:5.
Indien echter iemand van jullie in wijsheid tekortschiet (= in het vermogen om het eeuwige leven te leven, dat leven uit God - AvdS), laat hij dan God daarom bidden, die aan allen geeft, eenvoudigweg en zonder verwijt; en zij zal hem gegeven worden.