Een dichter noemde het gedicht dat hij schreef, zijn ‘zoontje’ (Martinus Nijhoff). Een schrijver kan zijn boek zijn ‘geesteskind’ noemen. Maar voor God zijn we echt zijn kinderen, zijn ‘geliefde kinderen’ (1). Logisch! Wij zijn immers uit Hem voortgekomen, uit zijn kracht, uit zijn liefde. En hoe!
God ... sprak en het was er; Hij gebood en het stond er (2). Door zijn spreken kwam alles tot stand. Toen kwam Hij bij ons. Hij wilde ons! En nu deed Hij het toch anders. Hij vormde ons van stof - van materie - uit de aardbodem. Maar Hij was er nog niet. Er moest nóg iets gebeuren: God blies. En dat veranderde alles! Want Hij is geest.
Jezus’ leven uitstralen
Wíj ademen lucht met onze longen. Maar Hij is de bron van leven (3). Hij ademt leven, leven uit zijn Geest. En nu blies God die ‘adem van leven’ in de neus van de mens. Zo werden we niet alleen lichaam en ziel, maar ook geest (4). Geest, om met God, die geest is, om te kunnen gaan en om dat leven uit Hem te kunnen ademen. Met een gevolg.
Anders dan de dieren, ademen we als mens niet alleen lucht door onze longen, maar ademen we door onze geest ook geestelijke dingen. Die dingen zie je niet. Maar wat we zo ‘uitademen’ - dus wat er uit ons naar buiten komt - heeft invloed, geestelijke invloed. Naar onszelf en onze omgeving.
En wanneer we door geloof in Jezus met God verbonden zijn, zal, wat wij ‘uitademen’, leven zijn, leven uit Hem. Het leven van Jezus in ons. En het zal leven geven!
Daarom zegt Paulus: Weest dan navolgers van God, als geliefde kinderen, en wandelt in de liefde, zoals ook Christus jullie heeft liefgehad ... (1). En dat willen we: Jezus’ leven en liefde uitstralen.
Levend en sterk gemaakt
Dit maakt ons anders (5). We reageren anders, treden anders op. We blijven in de rust die Jezus geeft, en spreken en handelen vanuit zijn liefde. En vanuit het verlangen om de ander te winnen en samen één te zijn.
Dit willen we, kunnen we en doen we, omdat door Jezus’ offer onze geest weer levend werd (6) en sterk wordt gemaakt door de kracht van de Heilige Geest.
Met zijn hulp en onder zijn leiding leggen we ons oude doen af (7). Als nieuwe mensen zijn we ... jegens elkaar vriendelijk, barmhartig, elkander vergevend, ... (8). We zoeken het goede voor elkaar. We ademen leven. Opdat de ander zal leven. Als Gods geliefde kinderen.
Print hier uit ...
|
Uit de Bijbel:
(1) Efeziërs 5:1.
Weest dan navolgers van God, als geliefde kinderen, en wandelt in de liefde, zoals ook Christus jullie heeft liefgehad ....
(2) Psalm 33:9.
... Hij sprak en het was er, Hij gebood en het stond er.
(3) Psalm 36:10.
... bij U is de bron van het leven, ...
(4) Genesis 2:4+7.
... Ten tijde, dat de HEER God aarde en hemel maakte, ... formeerde de HEER God de mens van stof (= van materie - AvdS) uit de aardbodem en blies de levensadem in zijn neus; ....
(5) Efeziërs 4:20.
Maar jullie geheel anders: jullie hebben Christus leren kennen!
(6) Efeziërs 2:4-5.
God ... heeft ... ons, hoewel wij dood waren door de overtredingen, mede levend gemaakt met Christus, ...
(7) Efeziërs 4:21-24.
... zoals dit de waarheid is in Jezus, dat jullie, wat jullie vroegere wandel betreft, de oude mens aflegt, die naar het verderf gaat....
(8) Efeziërs 4:32.
... weest jegens elkander vriendelijk, barmhartig, elkander vergevend, zoals God in Christus jullie vergeving geschonken heeft.
|