David en Goliat, 10 lessen

U kunt zonder toestemming de hieronder weergegeven preeksamenvatting voor uzelf en uw werk gebruiken. Natuurlijk stel ik het op prijs, indien u mij dit zou melden, bijvoorbeeld via de Contactpagina. In dat geval: Bij voorbaat dank!

Om de preek uit te printen, kunt u gebruik maken van de knop ‘Print deze les (pdf)’ onderaan deze pagina.

© Het is ook toegestaan om uitprints uit te delen, maar alleen integraal, zonder coupures of toevoegingen. Het is uitdrukkelijk niet toegestaan om deze preeksamenvatting zonder toestemming van de schrijver en eigenaar van de website op welke wijze dan ook te publiceren. Toestemming vragen, kunt u doen via de knop Contact.

DAVID EN GOLIAT
Tien lessen uit het Koninkrijk van God
vanuit 1 Samuël 17

door Arie van der Stoep

Goliat is de tegenstander die veel sterker is dan jij. Hij is te vergelijken met moeilijkheden in je leven die je niet aan kunt, maar waarover je wel de overwinning zou willen behalen, of met een opdracht van God die onuitvoerbaar lijkt, of met situaties in het volgen van Jezus die je niet in de hand hebt. Maar ook met een bijbelse taak die je als gemeente hebt en die te zwaar lijkt of waarvan je niet weet hoe die aan te pakken (bijvoorbeeld het bereiken van de mensen in je omgeving of streek met het Evangelie). Goliat is ook het beeld van de satan, die, vanuit je eigen kracht gezien, sterker is dan jij.

Maar David overwon deze Goliat. Zijn overwinning geeft ons de moed om te geloven dat ook wij hem kunnen overwinnen, als wij de goede strijd op zijn wijze voeren. Laten we een voorbeeld aan hem nemen. Onze grote ‘David’, Jezus Christus, staat ons daarin bij. Voor zonde, dood, dodenrijk, de satan en het rijk van de duisternis was (en is!) Hij onoverwinnelijk. En waarom zouden wij niet de overwinning behalen, als Hij aan onze zijde staat?

Uit het verhaal over Davids strijd met Goliat kunnen we een aantal belangrijke lessen leren. Het zijn tevens principes of waarheden die te allen tijde gelden in het Koninkrijk van God en die ons dus in onze situatie de weg kunnen wijzen. Hier volgen er tien. Lees steeds even het bijbelvers dat erbij vermeld wordt.

Vers 10. Ik tart heden de slagorden van Israël ...

1. Elke strijd die je hebt te strijden in je persoonlijke leven of als gemeente, is een uitdaging en een beproeving.

De vraag waarvoor je dan staat, is: ‘Welke keuze maak ik nu? Ga ik die strijd aan of ontloop ik hem?’ Die keuze wordt bepaald door wat er in je hart aanwezig is: geloof of ongeloof.

Vers 13-14. En David was de jongste ...

2. Juist degene die (of datgene dat) voor mensen het minst telt, maakt een grote kans om door God gebruikt te worden.

Hij gebruikt juist het zwakke, omdat het zwakke er zich meer van bewust is, dat het alleen kan slagen, als het op Hem steunt. God is een God die een zwak heeft voor het zwakke, om dat te ondersteunen (Jesaja 41:10). Daardoor komen zijn macht en liefde des te beter tot uiting en wordt Hij meer verheerlijkt. 1 Korintiërs 1:26-29 - Wat voor de wereld zwak is, heeft God uitverkoren om wat sterk is te beschamen ... (Lees dit gedeelte echt even!).

Vers 17-19. Neem toch voor uw broers ...

3. Als je bereid bent om te dienen, kan God je leiden.

Onder andere kan Hij je dan leiden naar de taak die Hij je wil toevertrouwen, en naar het doel van je leven. Daardoor kan Hij je ook leren wat de weg is om tot overwinning te komen in de moeilijkeden en de strijd die je het hoofd moet bieden.

Vers 26. Wie toch is deze onbesneden Filistijn, ...

4. God kan je leren om de dingen vanuit zijn perspectief te zien.

Als je bereid bent om te dienen, kan God je visie geven voor wat Hij door jou heen wil doen en voor hoe Hij dat wil doen. De heilige verbolgenheid van David is het begin van wat visie is en dit zette hem in beweging om tot actie over te gaan (zie vers 32 - ... uw knecht zal gaan en met deze Filistijn strijden ...).

Visie kent 4 fasen.

Visie is:
a. het onderkennen van het probleem of de behoefte of de roeping,
b. de bereidheid om daarop te antwoorden,
c. het zien van of het geloof in Gods mogelijkheden en
d. het geloof dat Hij zal gebruiken en zegenen wat jou ter beschikking staat om het antwoord op het probleem, de behoefte of de roeping te geven.

Visie vraagt om een motivatie, een gemoedsbeweging, soms veroorzaakt door een verzet tegen de bestaande situatie of gang van zaken. Aan visie moet wel het besluit verbonden zijn om te gaan! Anders is visie slechts een loze kreet.

Vers 32. Laat niemand om hem de moed verliezen; uw knecht zal gaan ...

5. Laat je nooit leiden door de omvang van de taak, maar uitsluitend door geloof en de visie die God je geeft.

En ga op pad, wat ook de (redelijk klinkende) argumenten van je omgeving zijn (vers 33). De vijand (je moeilijkheden, de satan, etc.) is altijd sterker dan jij; de opdracht is altijd meer dan je aankunt.
David geloofde echter in een onoverwinnelijke God!
Davids zekerheid lag niet in hemzelf, maar in God.

Vers 38-40. Daarop ontdeed David zich ervan, nam zijn staf ...

6. Je kracht (je mogelijkheden, ook als gemeente) om de door God opgedragen taak uit te kunnen voeren, ligt niet in de mogelijkheden, middelen of methoden van anderen (!), maar in de bediening(en) en de zalving die God je heeft gegeven, c.q. in je gemeente heeft gelegd.

David gaat de strijd aan vanuit zijn eigen bediening en met de middelen die hém daarin ter beschikking staan, om de vijand te overwinnen en Israël te redden. Meer heeft hij niet nodig.

God werkt vanuit bedieningen, niet vanuit methoden, middelen of werkwijzen. Dat zijn slechts middelen die een bediening eventueel kan gebruiken.

Vers 41. De Filistijn kwam al dichter bij ...

7.    Je kunt alleen volharden in de uitvoering van een goddelijke taak of opdracht, als je weet dat je daartoe door God bent geroepen, en als je gelooft dat God daarin met je is.

Hierdoor kon David de tegenstand van zijn omgeving (het wantrouwen van zijn broers, de twijfel van de koning, de angst die alom heerste en de vrees voor zijn tegenstander die hij ongetwijfeld zelf moet hebben gekend), overwinnen.

Vers 45. Ik treed u tegemoet in de naam van de HEER van de heerscharen ...

8.    Je kunt de boodschap van God alleen brengen, als je weet dat het de waarheid is, dat het de meest doeltreffende boodschap van de wereld is en dat je mag staan in door God verleende autoriteit.

Davids spreken tot Goliat was dan ook geen pochen, maar een spreken vanuit zijn door God gegeven zalving tot koning en vanuit de confrontatie van Gods boodschap met de hoogmoed en zelfingenomenheid van de vijand, die (via het leger van Israël) de eeuwige God meende te kunnen uitdagen.

Vers 47 (ook 46). ... en (opdat) deze gehele menigte wete ...

9.    Het slagen in de uitvoering van de opdracht, het behalen van de overwinning, wordt niet bepaald door de door jou gebruikte mogelijkheden, middelen of methoden, zelfs niet door je bediening, maar wordt bepaald door de openbaring van Gods kracht en door het feit, dat het om de zaak van God zelf gaat.

‘De strijd is van de Heer’, oftewel: ‘Het is een strijd die de Heer (met u) heeft te strijden!’ Dat is de realiteit van waaruit een christen, een dienstknecht van Jezus Christus en zijn gemeente mogen opereren.

Eén vers hebben we bewaard voor het laatst.

Elke moeilijkheid die je namelijk tegemoet treedt, omdat je Jezus wilt volgen en Gods wil wilt doen, elke taak die je in zijn naam aangaat, brengt gevaren met zich mee. Al was het alleen maar het gevaar van teleurstelling of van ontmoediging of van mislukking. Ook het gevaar van het verlies van je reputatie, je eer, het vertrouwen van mensen in jou. En er zijn nog veel grotere gevaren! Als je gericht wilt blijven op je eigen (lijfs)behoud, moet je dus nooit aan deze dingen beginnen! Maar als je de weg van God wilt gaan, kun je niet anders. Maar... dan kom je wel in die gevaren terecht. En dan kun je iets van David leren.

Hij was zich ervan bewust, dat hij zichzelf daaruit niet kon redden. En dat de gevaren en moeilijkheden veel groter waren dan hijzelf was. Hij was zelfs van tevoren zich er al van bewust, dat hij, om die taak uit te voeren, redding nodig zou hebben. Maar hij ging ervan uit, dat, als hij deed wat God hem gaf om te doen, God voor die (uit)redding zou zorgen. Dat is overgave in geloof. Dat is blindelings vertrouwen. Dat is wat Jezus deed: Gij zult mijn ziel niet aan het dodenrijk overlaten (Psalm 16:10; Handelingen 2:27). Hier komt de tiende les, naar aanleiding van:

Vers 37. De HEER, die mij gered heeft uit de klauwen van leeuw en beer, Hij zal mij ook redden uit de hand van deze Filistijn.

10. Aan daden van moed gaat altijd overgave in geloof vooraf. De grootte of moeilijkheid van de opdracht bepaalt niet of je wel of niet gaat, maar of je gelooft dat God je zal redden uit die situatie.

Deze les kun je ook als volgt formuleren:

Met het volgen van je roeping, het volgen van Gods stem, het volgen van Jezus, het volgen van de door God gegeven visie, begeef je je altijd in gevaar. Je bent alleen in staat om deze weg te gaan, als je gelooft dat God je daaruit kan en zal redden.

Het heeft te maken met de houding van Ester: Kom ik om, dan kom ik om (Ester 4:16).

Paulus zei: Hij heeft ons uit zulk een groot doodsgevaar verlost en zal ons verlossen (2 Korintiërs 1:10 + 12:10).

David schreef in Psalm 3:4: Maar Gij, HEER, zijt een schild dat mij dekt, mijn eer, en die mijn hoofd opheft.

En over Jezus wordt geschreven: Tijdens zijn dagen in het vlees heeft Hij gebeden en smekingen ... geofferd aan Hem, die Hem uit de dood kon redden, en Hij is verhoord uit zijn angst (Hebreeën 5:7).

Samenvatting preek 3 april 2005 in de Evangeliegemeente Beréa Bollenstreek, Noordwijkerhout.

© Het is niet toegestaan om deze preeksamenvatting zonder toestemming van de schrijver te publiceren.

DIT IS EEN UITPRINT VAN DE WEBSITE  www.kommm.nl

 
Print deze les (pdf)